Binnenland

„Gezinsconflict niet zomaar opgelost”

Emotionele verwaarlozing, incest, felle ruzie. Gezinsvoogd P. D. Qualm komt in families waar de spanningen „erg hoog zijn opgelopen.”

J. Visscher
16 July 2002 11:02Gewijzigd op 13 November 2020 23:41

De zwaargetroffen familie uit Roermond zat financieel aan de grond; vader was alcoholist, de kinderen zwierven op straat. „Een herkenbaar beeld. Er zijn veel meer gezinnen in Nederland waar grote problemen zijn”, zegt gezinsvoogd Qualm, werkzaam voor de Stichting Gereformeerde Jeugdzorg (SGJ). Hij begeleidt probleemgezinnen in christelijke kring, „van evangelisch tot reformatorisch.”

In christelijke probleemgezinnen leidt verschil van mening over normen en waarden vaak tot hevige conflicten, signaleert Qualm. „Er kunnen flinke ruzies ontstaan over bijvoorbeeld het tv-gebruik van kinderen of het dragen van een broek door meisjes.”

Extra moeilijk wordt het als ouders niet op één lijn zitten. „Het is funest als vader en moeder verschillende grenzen stellen. Kinderen komen dan in een loyaliteitsconflict. Het gebeurt dat moeder en kinderen een soort verbondje sluiten. Vader is dan het zwarte schaap. Die partijvorming werkt verwoestend.”

Ook adoptieperikelen kunnen aanleiding zijn tot moeilijkheden, stelt de gezinsvoogd van de SGJ. „Het komt meer dan eens voor dat geadopteerde kinderen hechtingsproblemen krijgen, met name in de puberteit. Dat kan flinke problemen veroorzaken. Jongeren lopen bijvoorbeeld weg of vluchten in verslavende middelen.”

Familieruzies ontaarden nogal eens in mishandeling. „We komen in gezinnen waar vaders hun kinderen met voorwerpen slaan. Soms is dat uit pedagogische onmacht. Vader wil dat kinderen bepaalde regels opvolgen, zoals het op tijd in huis komen. Luistert het kind niet, dan begint hij te slaan.”

Zijn er binnen grote gezinnen -de Roermondse familie bestond uit negen personen- meer misstanden dan in kleine gezinnen? „Nee”, reageert Qualm, „de problemen doen zich voor in allerlei relatieverbanden. Wat te denken van een eenjarig kind met een vader die in de gevangenis zit en een moeder die prostituee is.”

Steeds meer kinderen in Nederland worden onder toezicht van een gezinsvoogd gesteld. Eind 1999 kregen ruim 20.000 kinderen begeleiding van een voogd, in 1990 ging het nog om 12.000 kinderen. Dat betekent een stijging van 70 procent. Eenderde van de groep is tussen de 10 en de 15 jaar.

Inschakeling van een gezinsvoogd gebeurt altijd op last van de rechter. Wanneer ouders de opvoeding niet meer aankunnen, kan de rechter ondertoezichtstelling (OTS) opleggen: een gezinsvoogd gaat dan een familie begeleiden.

Qualm heeft in totaal ongeveer twintig kinderen onder zijn hoede. Gemiddeld heeft hij eens per anderhalve maand een gesprek met de probleemfamilie.

Doel is dat „kinderen krijgen wat ze nodig hebben”, zegt Qualm. „Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat verwaarloosde kinderen maandenlang niet naar school zijn geweest. Wij moeten ervoor zorgen dat er weer structuur in hun leven komt.”

Qualm is allang blij als ouders en kinderen om kunnen gaan met elkaars beperkingen. „Vaak spelen er langslepende, diepgewortelde conflicten. Die zijn niet zomaar opgelost. Spanningen kunnen onder meer ontstaan doordat een van de familieleden psychisch ziek is en de anderen daar zich geen raad mee weten. Wij proberen eraan te werken dat mensen rekening houden met handicaps van anderen.”

Een gezinsvoogd wordt doorgaans niet met open armen ontvangen. „Onze hulp is niet ingeroepen, maar wordt dwingend opgelegd. Ik zeg wel eens: We zijn tot elkaar veroordeeld. Probleemgezinnen proberen hun systeem gesloten te houden. Er zijn weinig contacten met de kerk of met vrienden. Niemand wil de vuile was graag buitenhangen.”

Naar aanleiding van het familiedrama in Roermond een korte serie over probleemgezinnen. Dinsdag deel 1: De gezinsvoogd. Woensdag: de gezinssocioloog.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer