Binnenland

Twee eeuwen werken voor de vorm

DEN HAAG - Hij maakt deel uit van het ministerie van VROM. Toch mag hij zich graag afzetten tegen heilige Haagse huisjes. Of liever: gepaste afstand nemen. Rijksbouwmeester Mels Crouwel is trots op zijn al twee eeuwen bestaande functie. „Op een ministerie zitten te veel procesmanagers. Bij het Atelier Rijksbouwmeester werken vakmensen.”

22 June 2006 09:25Gewijzigd op 14 November 2020 03:52
CROUWEL: …vakmensen…
CROUWEL: …vakmensen…

Zelf raakt hij als Rijksbouwmeester het tekenpotlood amper aan. Maar jaarlijks beoordeelt hij wel tientallen ontwerpen. Nu eens een gevangenis, dan weer een treinstation of ministerie. Soms zitten er unieke bouwwerken bij, zoals Paleis Soestdijk.Het voormalige onderkomen van koningin Juliana en prins Bernhard verbindt de rijksbouwmeester van 2006 met die van 1806. In dat jaar werd Jean Thomas Thibault de eerste ”Architect des Konings”. Die koning was overigens Lodewijk Napoleon, die de Bataafse Republiek bestierde.

Het opknappen van Soestdijk was Thibaults eerste grote klus. En ook Crouwel mag zich nu met het hagelwitte bouwwerk bezighouden.

Maandag nog leverde Crouwel in opdracht van de regering een doorwrocht advies af over het architectuurbeleid van het Rijk na 2008. Vrijdag opent hij in het Nederlands Architectuur Instituut in Rotterdam een tentoonstelling over 200 jaar Rijksbouwmeester. Crouwel, parttime rijksbouwmeester en daarnaast zelfstandig architect, heeft behalve aan Soestdijk zijn handen vol aan het beoordelen van ontwerpen en het kiezen van architecten voor rijksgebouwen.

Steeds vaker staat ook publiek-private samenwerking (PPS) op de agenda. „Je kijkt hoe ver je kunt komen met projectontwikkelaars op plaatsen waar de overheid met hen samenwerkt. Zij hebben andere belangen dan wij. Voor hen speelt geld de grootste rol. Wij willen graag dat het er ook nog goed uitziet.”

Stel: er was geen rijksbouwmeester…
„Dan zag Nederland er veel rommeliger uit. Kijk maar naar hoe wij het landschap inrichten of woonwijken opzetten. Dat is in de ons omringende landen lang niet overal even goed geregeld. In Nederland is de omgeving steeds belangrijker als er gebouwd wordt. Ruimte is schaars, dus je moet er zorgvuldig mee omgaan. De laatste jaren houdt het Atelier Rijksbouwmeester zich daar meer mee bezig.”

Bestaat het risico dat een rijksbouwmeester zich alleen met gretigheid stort op weer een nieuw gebouw voor een Haags ministerie?
„Zeker niet. We zijn buiten de Randstad zeker zo actief als daarbinnen. Neem de herinrichting van detentieoord Veenhuizen, de Veenkoloniën, diverse projecten in Zeeland, de bouw van stations. We komen echt overal. Iedere dag stoppen er elf boeren. Je moet wat met het land waarop vroeger hun koeien liepen. Daar kijken we ook naar.”

Maar weet de gemiddelde Nederlander u te vinden?
„Ik wil in ieder geval dat mensen weten wat de rijksbouwmeester doet. Om dat te bereiken is het jubileum een uitgelezen kans. Ik adviseer de regering, ben betrokken bij de aan- en verkoop van gebouwen en bij het hele traject van schets tot bouw. Mensen kunnen ons bovendien op de vingers kijken. We hebben een aparte ruimte aan de buitenkant van het ministerie van VROM. Bovendien, er is bijna geen plaats in Nederland waar je de hand van de rijksbouwmeester niet terugziet.”

Hoe liggen de overheidsgebouwen er bij anno 2006?
„Het is te veel een rommeltje. Gemeenten en provincies mogen hun eigen plan trekken. Wat je ziet is een brede schakering van stijlen. Er zit geen eenheid in. Ik vind dat de regering daar meer bovenop moet zitten.

Een voorbeeld: Langs de snelweg A12 kan iedereen z’n gang gaan. Van Den Haag tot de grens kom je tientallen verschillende geluidsschermen tegen en is het een rommeltje met de aanleg van bedrijventerreinen langs de weg. Wij hebben een plan gemaakt om het beeld van die weg te verbeteren. Als we dat doorvoeren weet ik zeker dat het opvalt, zelfs bij de man in de straat.”

U roemt de onafhankelijkheid van de rijksbouwmeester. Is dat gelijk zijn zwakte? Kunt u ook met de vuist op tafel slaan?
„Dat is een telkens terugkerend pijnpunt. Wij adviseren, maar de politiek beslist uiteindelijk. Dat past niet bij vormgeving. Laat de politiek zich op de inhoud concentreren en wij op de vorm. Zo hoort het.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer