Minder kans op ziekte na embryo-onderzoek
PRAAG - Een nieuwe vorm van embryo-onderzoek kan de kans op erfelijke ziektes aanmerkelijk verkleinen. Het embryo-onderzoek bekijkt de volledige DNA-opbouw van de bevruchte eicellen en is niet alleen gericht op specifieke ziektes.
Daardoor kunnen artsen veel meer aandoeningen vroegtijdig achterhalen, zeiden Britse onderzoekers maandag op een vruchtbaarheidsconferentie in Praag.Vijf Britse stellen verwachten na een ivf-procedure en het onderzoek naar de DNA-vingerafdruk inmiddels een gezonde baby. Binnen een jaar zouden honderd stellen gebruik moeten kunnen maken van de test in het Londense ziekenhuis Guy. Daardoor kunnen artsen vooral voorkomen dat erfelijke aandoeningen zoals de dodelijk spierziekte Duchenne en de longaandoening cystic fibrosis worden doorgegeven aan volgende generaties, meldden verscheidene Britse media maandag.
De vruchtbaarheidsconferentie leverde ook een opvallende uitkomst uit een Deens onderzoek naar miskramen. Vrouwen die een gezonde zoon hebben gebaard, hebben daarna een veel grotere kans op een miskraam dan moeders van meisjes.
Het universitair ziekenhuis van Kopenhagen onderzocht ruim 300 vrouwen die al een gezond kind ter wereld hadden gebracht, maar daarna herhaaldelijk een miskraam kregen. Jongens lijken een reactie in het immuunsysteem van de moeder te veroorzaken, constateerden de Denen volgens de BBC.
De voorzitter van de Britse organisatie voor vruchtbaarheidsonderzoek, Mark Hamilton, liet weten de nieuwe ontwikkeling toe te juichen. „Elke techniek die het risico op een ernstige, slopende en wellicht levensbedreigende aandoening verkleint, moet met groot enthousiasme worden begroet”, zei hij tegenover de BBC.
Er is echter ook kritiek op de nieuwe ontwikkelingen. „Ik ben ontzet wanneer ik denk aan de mensen die straks moeten beslissen welke embryo ze in leven laten en welke niet”, aldus Josephine Quintavalle van de vereniging Comment on Reproductive Ethics.