Vrije genade
Er zijn twee redenen die deze leer van het Evangelie zo hard maken voor de mensen. De eerste is dat het Evangelie zich stelt tegen de vleselijke begeerte van de mens. Het kruisigt het vlees en roept de mens op tot zelfverloochening. Het is, in de tweede plaats, een wanklank voor het verstand en veroordeelt de hoogmoed en het eigen ik.
God heeft door Zijn eigen vrije wil Zijn voornemen vastgesteld en werkt het zelf ook uit. „Zo is het dan niet desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods”, Romeinen 9:16. De apostel laat hierop volgen: Wat klaagt hij dan nog? Want wie heeft Zijn wil wederstaan? Maar de apostel heeft hier een gepast antwoord: Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? De apostel gaat zo voort om de leer van vrije genade te verklaren.De genade is vrij. Doch voor hen die niet door de leer van vrije genade overwonnen worden, blijft zij een aanstoot waarover de mens struikelt. God gebiedt ons in Zijn heilig Woord goede werken te doen, ja, Hij eist ze van ons. Maar tevens vertelt Hij ook dat iemands verkiezing tot de zaligheid daarop niet berust. Zo kan ik dus die werken doen en toch geen rechtvaardigheid verkrijgen. Dit is een struikelblok voor het verstand.
Richard Vines predikant in Schotland (”Het komen tot de Zoon”)