„Christenen moeten de zorg sturen”
WOUDENBERG - Christelijke zorg mag volgens hem best wat vooruitstrevender zijn. Scheidend directeur Gerard van Voorden van de protestants-christelijke instelling voor ouderenzorg Zeisterwoude heeft na 33 jaar nog steeds vernieuwingsdrang. „We kunnen ons toch geen afwachtende houding permitteren?”
„Ooit was ik de jongste directeur van Nederland, inmiddels ben ik ook de langstzittende in deze sector,” zo steekt Van Voorden van wal. Hij heeft zich na een lange dag even kunnen vrijmaken uit het feestgedruis in zorgcentrum Groenewoude in Woudenberg. De hele week stond voor hem in het teken van zijn naderende afscheid van Zeisterwoude. Onder die naam vallen naast Groenewoude ook de zorgcentra Amandelhof, De Looborch, Spathodea en Mirtehof in Zeist en een uitgebreid thuiszorgsysteem. „Ik ben erg dankbaar dat ik op deze manier stop,” laat Van Voorden weten. „Al die hartelijke woorden…” Vrijdag werd er een afscheidsreceptie gehouden voor externe relaties van de toekomstige vutter.Van Voorden draagt zijn functie met een gerust hart over aan opvolger Arie Vorstelman, voorheen directeur beheer van Zeisterwoude. „Op 17 juni om 00.00 uur precies heb ik niets meer te zeggen”, grapt hij. Er zit een kern van waarheid in, want Van Voorden is van plan zich na zijn afscheid niet meer met Zeisterwoude te bemoeien. „Dat zou niet goed zijn.”
Op zijn 26e startte de nu 59-jarige als directeur van Mirtehof. Toen had hij een handjevol werknemers onder zich, nu, 33 jaar later, zijn dat er ongeveer 600 en zo’n 500 vrijwilligers.
Wat is de belangrijkste verandering die onder uw hoede tot stand is gekomen?
„Het afbouwen van ouderenzorg binnen de muren van zorgcentra en het verder ontwikkelen van zorg aan huis. Ons beleid is helemaal gericht op zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Wij waren in Zeist de eerste met een alarmsysteem voor thuiswonende ouderen. En nu, waar is het nu niet? Ik had het ooit in Engeland gezien. In de toekomst zullen verzorgingstehuizen oude stijl grotendeels verdwijnen. Er blijven kleinschalige verpleeghuizen over. De rest gebeurt aan huis. Wij willen het hele zorgpalet bestrijken. We bieden thuiszorg, palliatieve zorg, servicepunten in woonwijken en sinds vorige maand mogen we ook buiten de muren van de zorginstelling verpleegkundige handelingen verrichten.”
„Pas was ik op de begrafenis van iemand die hier ruim dertig jaar in het verzorgingshuis had gewoond. Dat gebeurt bijna niet meer; gemiddeld wonen onze bewoners nu vier jaar in een zorgcentrum. Vroeger ging ik regelmatig op vakantie met de mensen uit de zorgcentra. Dat kon makkelijk, ze waren toen zo’n 75 jaar, nu ligt de gemiddelde leeftijd rond de 87 jaar.”
In Mirtehof is onlangs het Hofplein geopend, een ontmoetingsplaats voor bewoners en omwonenden met onder meer een restaurant, internetunit, kapsalon en fitnessruimte. Is dat „net dat beetje extra” uit het motto van Zeisterwoude?
„In de zorg zouden we meer aan welzijn moeten doen, dat onderschatten we. Ook het kopje koffie is belangrijk, en het schouderklopje. Ik ben daarbij een groot voorstander van de jacultuur. Als iemand een hondje wil meenemen, is dat prima. Dat hondje moet uitgelaten worden, dat is gymnastiek voor de oudere. En zo’n dier houdt mensen uit het isolement. Mensen moeten gestimuleerd worden zelf dingen te blijven doen. Wat men ook vraagt, we proberen er ja op te zeggen, mits het niet strijdig is met onze principes.”
Van de ouderenzorg in Zeist is 70 procent in handen van Zeisterwoude. Hoe gaat dat samen met de christelijke identiteit van de instelling?
„We hebben een open toelatingsbeleid voor bewoners. Dat mag niet ten koste gaan van de identiteit. Het mag niet alleen de vlag zijn die hier voor de deur wappert, niet alleen de naam. Niet-christenen kiezen bewust voor ons. „De medewerkers zijn lief en doen hun werk goed”, zeggen ze. De achtergrond van het personeel brengt dat met zich mee. Ik denk dat ze plichtsgetrouwer zijn. Ook dat is net dat beetje extra.”
„Mensen vragen me wel eens: Hoe kan dat, zo’n grote organisatie en toch christelijk? Wij zijn vooruitstrevend. Christelijk zijn wil niet zeggen dat je achter de feiten aan loopt.”
Christelijke zorg mag van u in de toekomst dus vooruitstrevender?
„Ja. We hebben een grote maatschappelijke plicht. We kunnen ons niet permitteren een afwachtende houding te hebben. Wanneer we meewerken aan de ontwikkeling van zorg, kunnen we die tenminste ook sturen.”