Leider Colombiaanse paramilitairen vertrekt
De politiek leider van de verboden rechtse Colombiaanse paramilitaire groepering AUC, Carlos Castaño, heeft zondag zijn vertrek aangekondigd. Volgens Castaño worden er door de leden van het AUC steeds meer misdaden gepleegd en wil hij daar niet langer verantwoordelijk voor zijn.
Castaño, oprichter van het AUC, de Verenigde Zelfverdedigingskrachten van Colombia, zei zaterdag in een interview in de krant El Tiempo dat binnen het AUC „iedereen maar doet waar hij zin in heeft.” Het AUC is een los georganiseerd verband van paramilitaire groeperingen die tegen de linkse guerrillabewegingen FARC (de Gewapende Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia) en ELN (het Nationaal Bevrijdingsleger) strijden.
Het AUC is verantwoordelijk geweest voor een aantal van de bloedigste episodes in de al 38 jaar durende Colombiaanse burgeroorlog en heeft zich herhaaldelijk schuldig gemaakt aan schendingen van mensenrechten. Castaño, die vorig jaar al het militaire leiderschap van de beweging neerlegde, heeft toegegeven betrokken te zijn geweest bij de moord op verscheidene Colombiaanse politici, onder wie de linkse presidentskandidaat Carlos Pizarro, die in 1990 werd doodgeschoten.
Het AUC heeft zich net als de bewegingen die het bestrijdt de afgelopen jaren ingelaten met drugshandel en ontvoeringen om zijn gewapende strijd te financieren. De naar schatting 6000 paramilitairen hebben de FARC en het ELN hoofdzakelijk bestreden door burgers te vermoorden die ze verdachten van samenwerking met de rebellen.
De burgeroorlog in Colombia kost jaarlijks gemiddeld 3500 mensen, voor het merendeel burgers, het leven.
De Colombiaanse guerillabeweging FARC heeft vrijdag veertien politieagenten vrijgelaten wegens moedig gedrag. De agenten bemanden een afgelegen bergpost in Toribio, in het zuidoosten van Colombia, toen zij werden aangevallen door de links-extremistische rebellen.
De FARC nam de politiepost twintig uur lang onder vuur. De agenten gaven zich over toen er niets meer over was van de post en de omliggende huizen. Mede op aandringen van een priester en de plaatselijke bevolking werden de politiemannen vrijgelaten voor hun moedige standhouding. „Dit zijn echte mannen”, zei een FARC-commandant voor de televisie.
Normaal gesproken fungeren gevangengenomen agenten als gijzelaars. Ze worden geruild tegen FARC-rebellen die in de gevangenis zitten. De Colombiaanse regering weigert echter te ruilen. Sommige gijzelaars worden al vier jaar vastgehouden door de FARC. Een van de vrijgelaten agenten zei dat de afgelegen politieposten niet te verdedigen zijn tegen de rebellen.
