In september 2005 escaleerde een lang sluimerend conflict tussen algemeen commandant J. Nieuwenhuize en postcommandant J. Vos. Dat leidde uiteindelijk tot het gedwongen vertrek van Vos. De meerderheid van het Leerdamse korps koos partij voor hun postcommandant en zegde het vertrouwen in de brandweerleiding op.Dat leidde in eerste instantie tot een schorsing. De vrijwilligers bleken niet bereid tot individuele gesprekken met het college, maar wilden als groep gehoord worden. Bovendien weigerden ze onvoorwaardelijk het vertrouwen in de leiding uit te spreken. Dat leidde eind december tot het ontslag van de vrijwilligers. Een spoeddebat aangevraagd door de gemeenteraadsfracties van L.-2000 en SGP bracht geen oplossing. Burgemeester V. Molkenboer hield voet bij stuk en de andere fracties wilden niet oordelen over het personeelsbeleid van de gemeente.

Medio maart werden alle partijen door de bezwarencommissie gehoord. Die bracht eind maart advies uit aan het college. Pas twee maanden later stuurde het college zijn reactie op het rapport naar de gemeenteraad en de 25 ontslagen vrijwilligers. Begin deze week lekte de inhoud van het rapport uit.

De commissie is zeer kritisch over de aanpak van het college. Zij stelt vast dat de gevolgen van het conflict eenzijdig bij postcommandant Vos zijn neergelegd en dat dit geen recht doet aan de rol van algemeen commandant Nieuwenhuize. De commissie verwijt Nieuwenhuize dat hij veel te laat hulp heeft ingeroepen om het conflict te beheersen. Bovendien plaatst de commissie zeer kritische kanttekeningen bij de mediation tussen beide commandanten. Al na één gesprek werd de bemiddelingspoging beëindigd, omdat de algemeen commandant er geen heil in zag. „Er is vrij direct afgestevend op het ontslag van de postcommandant.”

De bezwarencommissie adviseert het ontslag terug te draaien. Omdat terugkeer van de postcommandant niet reëel is, moet weliswaar een nieuw ontslag volgen, maar niet zonder dat er een passende regeling voor de postcommandant is getroffen. Het college is niet van plan het ontslag van Vos terug te draaien, maar is wel bereid hem een gouden handdruk van 10.000 euro te geven.

De commissie vindt het ontslag van de andere vrijwilligers terecht. „Door het opzeggen van het vertrouwen in de leiding van de brandweer hebben zij in hoge mate bijgedragen tot de escalatie van het conflict.” Maar in de analyse van de aanpak van de situatie krijgen de algemeen commandant en het college er stevig van langs. De commissie stelt vast dat er weinig begrip is getoond voor de gevoelens van de vrijwilligers.

Ook de eis van het college om individuele gesprekken met de brandweerlieden te voeren en de stelling van B en W dat er sprake is van groepsdruk bij de 25 vrijwilligers, vallen niet goed bij de bezwarencommissie. Net zo min als de eis om een onvoorwaardelijk vertrouwen in de leiding uit te spreken. „De door het college gekozen weg is eenzijdig gericht op houding en gedrag van de vrijwilligers; daarmee weinig zorgvuldig en niet gericht om te komen tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing.” De commissie noemt het ontslag van de vrijwilligers weliswaar onvermijdelijk, maar pleit voor een waardig afscheid gelet op hun grote inzet voor de Leerdamse gemeenschap.

Het college houdt in zijn reactie vast aan de harde en consequente aanpak die het vanaf het begin gekozen heeft. Het college wijst de kritiek van de bezwarencommissie van de hand en is niet bereid de vrijwilligers een ander afscheid te geven. Burgemeester Molkenboer stelt vast dat er in de ontslagbrief al vriendelijke woorden zijn gesproken. „Daarmee hebben we op een passende manier uiting gegeven aan onze waardering.”

Inmiddels heeft postcommandant Vos laten weten dat de 10.000 euro van zijn gouden handdruk gebruikt zal worden voor een gepast afscheid voor de ontslagen vrijwilligers. De plaatselijke politiek moet nog een finaal oordeel over de aanpak van de brandweercrisis geven. Het is nog niet bekend hoe en wanneer dat gebeurt.