Verschil tussen groen en wit valt mee
AMSTERDAM - Groen of wit? Appel of appèl? Bij welke partij moeten toekomstige journalisten en schrijvers zich aansluiten in de strijd om de juiste spelling? „De kleine opstand tegen het Groene Boekje heeft een symboolfunctie. Ze zullen het over tien jaar niet in hun hoofd halen de spelling opnieuw aan te passen.”
Het symposium ”Groen of wit” moet een „spetterende middag” worden, waarbij vertegenwoordigers uit de dagbladjournalistiek, de uitgeversbranche en het schrijversgilde „de degens met elkaar kruisen” en „elkaars nieren proeven”, aldus het organiserende instituut voor Media en Informatie Management (MIM). Strijdpunt is de vraag welke spelling de voorkeur verdient, de groene (het Groene Boekje) of de witte (het Witte Boekje).Uiteindelijk bleken er dinsdagmiddag in de Hogeschool van Amsterdam niet zo veel echte ’groenen’ te zijn - mensen van de Nederlandse Taalunie (die het Groene Boekje samenstelde) hebben dan ook geen uitnodiging gekregen. „Het gaat deze middag om de gebruikers van taal”, aldus de organisatoren.
Wél uitgenodigd zijn René Appel (voorzitter van de Vereniging voor Letterkundigen), Paul Arnoldussen (redacteur van Het Parool), Pim Wiersinga (romanschrijver), Ewoud Sanders (lexicograaf) en Vincent Roelse (redacteur bij uitgeverij Thieme Meulenhoff).
Inzet is het probleem van directeur Peter van Gorsel van het MIM. Augustus dit jaar wordt de nieuwe spelling van het Groene Boekje van kracht, die de woordenlijst van 1995 vervangt. Nadat de Nederlandse Taalunie de spellingherziening vorig jaar bekendmaakte, ontstond er echter deining in medialand: menige verandering zou geen verbetering zijn.
Daarom boycot een aantal dagbladen en tijdschriften de spellingherziening. Zij zullen het Witte Boekje gaan hanteren. De overheid en het onderwijs zijn echter verplicht zich aan de nieuwe voorschriften te houden. Wat moet Van Gorsel nu aanhouden, groen of wit?
Sanders brengt direct duidelijkheid aan. „Het lijkt woensdagmiddag alsof er twee spellingen zijn, maar dat schept verwarring. Het Witte Boekje is helemaal geen andere spelling. Het gaat om marginale verschillen. Hooguit een paar honderd woorden worden in het Groene Boekje op een afwijkende manier gespeld.”
Arnoldussen valt hem bij. „We moeten er gewoon over ophouden. Het valt allemaal reuze mee. Mooi voorbeeld is het laatste boek van Jan Siebelink. Toen dat klaar was, werd het met de computer helemaal doorgenomen op fouten. Er bleken er twaalf in te zitten. Daarvan zouden er uitgaande van de nieuwe spelling zes goed geweest zijn. Blijven er dus zes over. En dan hebben we het over een fors boek.”
Appel: „In werkelijkheid maakt het weinig uit. Heb je je als student de witte spelling aangeleerd en vraagt een uitgeverij je de groene te hanteren, dan schrijf je gewoon in ’wit’ en vervolgens haal je de ’groene’ spellingchecker eroverheen.”
Kritiek is er vooral op de manier waarop de spellingcommissie van de Nederlandse Taalunie heeft „doorgeliefhebberd.” Het woord ”re-integratie” bijvoorbeeld krijgt een koppelteken, terwijl ”reïncarnatie” met een trema geschreven wordt. „Slechts een enkele kenner kan dit verschil in schrijfwijze uitleggen. Hierin zijn ze echt doorgeschoten”, vindt Appel.
Is het goed als spellingregels voortdurend aangepast worden? Niet met de frequentie die nu gehanteerd wordt, stelt Wiersinga. „Het is toch een krankzinnige opvatting dat je de spelling iedere tien jaar zou moeten aanpassen?”
Aan de andere kant moeten we ook weer niet bang zijn voor wijzigingen, vindt Sanders. „Het is toch een illusie dat mensen de vorige woordenlijst helemaal uit hun hoofd kenden? Als je het niet weet, zoek je het op. Vooral tegenwoordig is dat erg eenvoudig geworden.” Een vrouw in de zaal is dat niet met hem eens. Ze wil de regels gewoon kennen. Tot 1954 -toen de voorganger van de spelling van 1995 ingevoerd werd- wist ze alles feilloos. „Sindsdien doe ik maar wat.”
Wat levert een debat over wit of groen nu op? Arnoldussen: „Dit is zó oninteressant.” Waarom hij dan gekomen is? „Het is nuttig dat iemand dat zegt.” Appel ziet meer heil in de discussie over de spelling. „De kleine opstand tegen het Groene Boekje die nu is ontstaan heeft een symboolfunctie die ongetwijfeld succesvol is. Ze zullen het over tien jaar niet in hun hoofd halen de spelling opnieuw aan te passen.”
Groen en wit zullen intussen vanzelf naar elkaar toe groeien, denkt Arnoldussen. „Als de meeste kranten gewoon ”reïntegratie” schrijven, ontstaat er vanzelf één schrijfwijze.”