Politieke tegenstellingen verscheuren Oekraïne
KIEV - Een kleine drie maanden na de parlementsverkiezingen lijken de coalitiebesprekingen in Oekraïne tussen de voormalige bondgenoten van de Oranjerevolutie definitief mislukt. En dat terwijl een stabiele regering dringend is gewenst gezien de onrust op de Krim.
Sinds de parlementsverkiezingen van 26 maart proberen de partij ”Ons Oekraïne” van president Viktor Joesjtsjenko, het ”Blok Julia Timosjenko” (BJT) en de Socialistische Partij van Oekraïne (SPO) van Aleksandr Moroz het eens te worden over de vorming van een nieuwe regering. Vooraf stond al vast dat dat geen eenvoudige klus zou worden. Daarvoor waren de opvattingen tussen Joesjtsjenko en ex-premier Timosjenko, die vorig jaar herfst door de president werd ontslagen, te verschillend.Niet de onderlinge meningsverschillen, maar de verdeling van de posten lijkt de coalitie in spe echter de das om te doen. Nadat Joesjtsjenko ermee had ingestemd dat Timosjenko premier zou worden, leek de zaak beklonken. Als tegenprestatie verlangde de president dat zijn scheidend premier, Joeri Jechanoerov, parlementsvoorzitter zou worden. Daarin konden Timosjenko en Moroz zich niet vinden. Zij eisten die post voor laatstgenoemde op.
Dat schoot Ons Oekraïne in het verkeerde keelgat. Dat de partij met 86 van de 450 zetels in de Verchovna Rada zich moet schikken naar het BJT (129) was uiteindelijk wel te verteren, maar niet dat ze moest buigen voor de SPO (33 zetels). De Socialistische Partij redeneerde daarentegen dat Ons Oekraïne ook al het presidentschap in handen heeft. Afgelopen maandag liet de partij van Joesjtsjenko in een verklaring weten dat de onderhandelingen waren vastgelopen als gevolg van het „ultimatum van de Socialistische Partij. De persoonlijke ambities van de socialistische leider hebben de besprekingen over een coalitie verwoest.”
De socialisten toonden zich verbaasd. „Wij hebben ons best gedaan” om het Oranjeteam bij elkaar te houden en „hoefden maar een paar belangrijke posten”, zei Mikola Roedkovski. Timosjenko verklaarde dat de weigering van Joesjtsjenko om concessies te doen een vooropgezette tactiek was „om over te gaan naar een andere coalitie met andere politieke krachten.”
Inderdaad is de kans groot dat Joesjtsjenko nu toenadering zoekt tot de Partij van de Regio’s, die op 26 maart met 186 zetels als grootste uit de bus kwam. De partij van ex-presidentskandidaat Viktor Janoekovitsj -de favoriet van Moskou, die tijdens de Oranjerevolutie nog het veld moest ruimen voor Joesjtsjenko- heeft al eerder aangegeven tot onderhandelen bereid te zijn.
Waarnemers denken dat Joesjtsjenko liever de macht deelt met Janoekovitsj dan met Timosjenko. Een dergelijke stap zou erg controversieel zijn, maar kan tegelijkertijd de diepe kloof in het land tussen het Oekraïens sprekende westen en het grotendeels Russischtalige oosten overbruggen.
Dat is bepaald geen overbodige luxe gezien de problemen op de Krim, het ’Russische’ schiereiland aan de Zwarte Zee dat in 1954 door de Sovjetpresident aan Oekraïne cadeau werd gedaan. In Feodosija protesteerden de afgelopen twee weken enkele honderden inwoners tegen de aanwezigheid van de Amerikaanse reservisten. Die waren eind mei per boot in de havenstad aangekomen om de voor juli geplande NAVO-oefening ”Sea Breeze” voor te bereiden.
Daarvan kwam niets terecht. De demonstranten blokkeerden niet alleen de hoofdingang van de haven, maar belaagden ook het sanatorium waarin de 200 militairen waren gehuisvest. Die waren dan ook tot nietsdoen veroordeeld. Vandaar dat de reservisten begin deze week onverrichter zake huiswaarts keerden.
Hoewel de NAVO-oefening al sinds 1997 wordt gehouden, is de komende operatie extra geladen omdat verschillende NAVO-landen -waaronder de VS- hopen op het lidmaatschap van Oekraïne in 2008. De bevolking van de Krim wil daar echter niets van weten. Vandaar dat het Krimparlement het schiereiland vorige week uitriep tot ”NAVO-vrije zone”.
Joesjtsjenko deed de stemming af als „betekenisloos” en zei dat de motie geen gevolgen zal hebben voor de de geplande oefeningen. Niettemin is de pil voor de president, die het NAVO-lidmaatschap tot prioriteit heeft verheven, bitter. Temeer daar het overgrote deel van de Oekraïeners, uit vrees voor een confrontatie met Rusland, niets van de NAVO moet hebben. Volgens opiniepeilingen deelt niet meer dan 20 procent de wens van de president. Tegenstanders van de NAVO hebben dit jaar al ruim 4,5 miljoen handtekeningen verzameld, waarmee ze hopen een referendum over de kwestie te forceren.
Joesjtsjenko heeft nog heel wat werk te verzetten voordat hij Oekraïne de NAVO kan binnenloodsen. Maar eerst moet zijn partij een nieuwe coalitie smeden. Ogenschijnlijk met een formatie die meer opheeft met Moskou dan met Washington.