Bovendien moet het belang van het kind ook wettelijk verplicht voorop komen te staan voor medewerkers uit de verslavingszorg, de psychiatrie en gehandicaptenzorg die zich primair op ouders richten.Dat stelde hoofdinspecteur J. de Vries van de Inspectie jeugdzorg dinsdag tijdens de presentatie van het jaarverslag in Utrecht. Nu kunnen voogden of andere medewerkers uit de jeugdzorg die hun werk niet goed gedaan hebben, alleen via het strafrecht aangepakt worden.

In de zaak van de in 2004 vermoorde peuter Savanna is het openbaar ministerie bezig met een gerechtelijk vooronderzoek naar het handelen van de gezinsvoogd. „De kans is groot dat het OM geen vooronderzoek zou zijn begonnen als we een tuchtcollege hadden gehad”, zei De Vries.

Met een tuchtcollege en een beter georganiseerde beroepsgroep worden de standaarden en normen voor goede zorg voor werkers in de jeugdzorg volgens haar veel duidelijker.

Volgens De Vries zou een tuchtrechter niet alleen sneller kunnen optreden, maar kunnen zijn uitspraken ook eerder tot nieuwe richtlijnen voor de sector leiden. Nu bestaan er nog steeds geen specifieke opleidingseisen voor medewerkers in de jeugdzorg of voogden. De Vries vindt dat de sector zich wel wat daadkrachtiger mag inzetten voor een tuchtcollege.

Na de dood van Savanna is er al veel verbeterd. Men is bijvoorbeeld alerter. Het aantal meldingen bij de inspectie is gestegen van 16 in 2004 naar 64 in 2005. Die stijging is vooral toe te schrijven aan een verbeterde waakzaamheid.

In zestien gevallen was er vorig jaar sprake van een calamiteit. In die gevallen ging het om zelfmoord, een niet natuurlijke dood van een kind uit een gezin dat al contact had met hulpverleners, of seksueel misbruik door een hulpverlener, een pleegvader of seksuele incidenten tussen jongeren onderling, zoals bij jeugdinrichting Harreveld.