IJsselmeerroute start bij Babyrent
UTRECHT - Waarom moet een babyuitzet zo verschrikkelijk duur zijn? Dat vroeg Diny Hulst zich vijftien jaar geleden af. Inmiddels verhuren en verkopen zes zelfstandige vestigingen van Babyrent nieuwe en gebruikte artikelen. Van wieg tot reddingsvest.
„Een uit de hand gelopen hobby”, zo omschrijft Hulst de oprichting van Babyrent. „De kinderen gingen allemaal naar school. Daardoor hield ik tijd over. Ik wilde iets leuks gaan doen. Ik kocht een paar autostoelen, buggy’s en een kinderwagen en besloot die te gaan verhuren.”Op de eerste dag bleek de huiskamer van Hulst al bijna te klein. „De stoeltjes vlogen de deur uit. Ik ben direct naar de fabrikant gereden voor nieuwe voorraad. Al snel hebben we dit pand gehuurd. Een aantal jaren later konden we ook het gebouw aan de overkant van de straat erbij krijgen. Het zou het mooiste zijn als we één groot pand tot onze beschikking zouden hebben. Deze locatie is echter erg goed bereikbaar vanaf de snelweg. Dus voorlopig laten we het maar zo.”
Babyrent werkt eenvoudig. Bezoekers van de winkel krijgen advies van Hulst of een van de andere drie medewerkers. „Van tevoren spreken we een huurperiode af. Stel dat het artikel zo goed bevalt dat de klant het wil kopen, dan kan dat. De verschuldigde huur vervalt dan, de consument hoeft alleen de verkoopprijs te betalen.
Als het geleende wordt teruggebracht, kijken wij het helemaal na, reinigen het en verhuren het opnieuw of verkopen het, uiteraard tegen een gereduceerde prijs. Ook bij een tweedehands product behoudt de klant overigens de garantie. Verder geldt voor de gebruikte spullen eveneens dat ze eerst mogen worden uitgeprobeerd.”
De meeste omzet van Babyrent komt uit de verkoop en verhuur van kinderwagens en autostoelen. In praktijk houdt zo’n 90 procent van de huurders van deze twee artikelen de producten uiteindelijk, schat Hulst. „Dat was tien jaar geleden wel anders. Toen kwamen de kinderwagens na een halfjaar echt terug. Het lijkt wel of mensen er tegenwoordig een grotere emotionele binding mee krijgen.
Voor een wieg geldt juist het omgekeerde. Dat is steeds vaker een artikel dat mensen huren voor een korte periode. Vooral in de winter. In de zomer staat de baby vaak in een wagen in de tuin, maar in de koudere maanden vinden ouders een wieg op de slaapkamer knusser.”
Voor de huur van een wieg gedurende een periode van zes maanden betalen ouders zo’n 150 euro. „Dan kunnen ze kiezen uit verschillende modellen. Een groot voordeel is dat de leenwieg geen ruimte op de zolder gaat beslaan. En bij een eventueel volgend kindje kunnen ze een ander model kiezen.”
Babyrent verhuurt ook veel artikelen als tweelingboxen of tandemwagens voor meerlingen. „Dat zijn echt bakbeesten die ouders maar een periode van zes maanden tot een jaar gebruiken.”
Naast de gewone babyuitzet werkt Babyrent ook met seizoensartikelen. Met de vakantieperiode in zicht staat de telefoon bij het bedrijf geen moment stil. „Een campingbedje? Voor welke periode? Ja hoor, dat kan nog wel.”
Vooral de luxere campingbedjes zijn gewild. Maar ook reddingsvesten en rugdragers zijn populair. En vlak de fietskarren niet uit, vertelt Hulst. „Menig gezin is hier voor de deur gestart met de IJsselmeerroute.”
Een groeiende markt zijn de expatgezinnen, Nederlanders die in het buitenland werken. „Die brengen hun vakantie meestal hier door. Opa en oma komen dan een paar dagen voordat hun kleinkinderen arriveren de artikelen als een box, kinderwagen en autostoeltje ophalen. Dan hoeven hun kinderen niets mee te slepen.”
De service die Babyrent biedt, is volgens Hulst uniek in Nederland. „Inmiddels zijn er zes vestigingen van Babyrent in Nederland. Dat zijn allemaal zelfstandige ondernemingen. We opereren alleen onder dezelfde naam en website. Het aardige is dat de vijf andere vestigingen zijn gestart door voormalige klanten van ons.”
Langzamerhand gaat Hulst haar drukke werkzaamheden wat afbouwen. „Ik ben op zoek naar een opvolger, want mijn leeftijd gaat meespelen. Er valt in ieder geval een goede boterham mee te verdienen. Als je maar kwaliteit blijft bieden.”