De laatste troostwoorden van de Meester
VEENENDAAL - „En gij zult Mijn getuigen zijn.” Het waren de laatste troostwoorden van de Middelaar op aarde, zei ds. D. de Wit zaterdag op de eerste landelijke Jongeren Zendings- en Evangelisatiedag, in Veenendaal. „Niet: Gij móét. Nee, gij zúlt het zijn.”
Wie zijn die getuigen? „Als ik nu voor Joden zou staan”, zei de Rijssense predikant, „op een seminar, dan zouden zij allemaal een Bijbel op schoot hebben. En dan zou ik hen meenemen, laten meelezen. En nu heb ik de vinger ook voor jullie bij een aantal teksten gelegd. Handelingen 3:15, Handelingen 5:32. Wie zijn die getuigen? Het zijn de apostelen, en zij alleen. De twaalven.”Getuigen, zei ds. De Wit, „zijn niet alle mensen, niet alle kerkmensen. In Handelingen 1 zijn het ook niet al Gods kinderen, maar alleen de apostelen. Tot hen zegt de Middelaar: „En gij zult Mijn getuigen zijn.”
Ds. De Wit: „Christus zegt niet: Gij móét. Nee, gij zúlt het zijn. Zo zál het zijn. Wat kan de oppervlakkige godsdienst de zweep op jullie jonge ruggen leggen. „Je moet getuigen!” Op school, op je werk, overal. Je moet de wereld in. Maar zo is Jezus niet. Jezus staat hier niet met de zweep in Zijn handen. En de discipelen: ze vouwden hun handen, en gingen smeken of het troostwoord van hun Meester waar mocht worden.”
Klaagmuur
”Getuigen - in Israël”, luidde het thema waarover de predikant uit Rijssen-West sprak. Hij verhaalde hoe hij enkele jaren geleden bij de Klaagmuur in Jeruzalem had gestaan, orthodoxe Joden zag bidden, Joodse jongens uit de Thora hoorde zingen. „Toen heb ik voor het eerst gevoeld dat de kerk geroepen is om het Joodse volk het troostwoord van de Meester terug te brengen.”
„En nu hebben jullie dat Woord op je schoot”, zei ds. De Wit. „En dan mag je vragen of je door de Heere gebruikt mag worden, niet dat je moet getuigen, maar om eenvoudig te gaan nazeggen wat de Goede Meester Zijn apostelen heeft voorgehouden, wat ze mochten opschrijven. Dat je dan de God van de getuigen lief mag krijgen én de getuigen leert liefkrijgen.”
Zo’n 1700 à 1800 jongeren woonden de eerste landelijke JZE-dag, een alternatief voor de traditionele +16 bondsdag, bij. Veel meer dan verwacht, aldus jeugdwerkadviseur L. Kroon desgevraagd. De opbrengst van de collecte, ruim 8100 euro, gaat naar drie projecten, op Papoea, in Israël en in Nederland.
WK voetbal
„Mag ik je vragen te bidden voor de arbeiders in Gods wijngaard”, zei de Tilburgse evangelist H. J. van den Boogaart in zijn toespraak, die als thema had ”Getuigen - in je omgeving”. „Voor de evangelisten ook. We hebben jullie gebed, het gebed van de gemeente, zo nodig - zie Handelingen 4.”
Getuigen in je omgeving, gaf Van den Boogaart aan, is niet eenvoudig. „Zeker als je geen herkenning hebt. Ik sprak een jongeman, vroeg hem of hij wist wat Hemelvaart betekent. Hij wist het niet, en ik probeerde het hem uit te leggen. Hij luisterde, maar begon ten slotte te lachen: „Dat is net iets voor de Efteling.” Ik had hem niet geraakt, voor mijn gevoel niet bereikt. Wat kun je dan schudden op je fundamenten, op wat je van thuis hebt meegekregen. Dan merk je hoe arm we zijn. Aan kennis van de Allerhoogste, aan zelfkennis, aan Christuskennis. Aan liefde ook, aan bewogenheid. En toch: de God van de drie vrienden van Daniël leeft nóg.”
Grijpt hij het WK voetbal aan om met mensen in contact te komen? Ja, zei de evangelist tijdens dit interactieve programmaonderdeel. „Ik vraag dan: „Wat betekent het WK nu voor u?” En dan zeg ik bijvoorbeeld: „Joh, ik heb een Bijbel, en daarin wordt óók gesproken over een prijs, maar dan over een prijs die veel groter is dan goud of zilver.” „Wat is dat dan voor prijs?” En dan mag je soms wijzen op de meest waardevolle prijs die er is: de kroon van het eeuwige leven, de vrede met God.”
Grote werken Gods
Jezus moest door Samaria gaan, zei oud-zendingspredikant ds. G. Clements, die de derde toespraak hield, met als thema ”Getuigen - wereldwijd”. „Zo kwam Hij ook in Nederland. Jullie mogen de grote werken Gods nog horen in het Nederlands, in je moedertaal. Je mag het in het Nederlands horen dat de Heere nog geen lust heeft in de dood van de goddelozen.”
Zo heeft Hij inmiddels vele talen laten verrijken met de woorden des eeuwigen levens, aldus de predikant. „In het Izi kwam een woord voor zonde, voor genade, voor de jongste dag. Zo laat Hij ook in die taal de grote werken Gods verkondigen. En ten slotte spreken al die mensen die Hij trekt, die Hij bekeert, dezelfde taal.”
„En nu kom je op je werk”, zei ds. Clements, „en daar gaat het over het WK, over het zoveelste doelpunt. En dan wordt er aan je gevraagd: „Wat vind jij ervan?” En dan zeg je: „Ik heb een andere taal. Ik heb op tweede Pinksterdag belijdenis gedaan.” „Wat is dat, belijdenis?” Om dan in die vreemde, barbaarse taal de grote werken Gods te verkondigen.”
Maar, zei de predikant, „nu komt de vraag heel dichtbij: Ken ik die grote werken Gods?”