Oost-Timor doet beroep op steun VN
DILI (AP) - Oost-Timor heeft nog zeker tien jaar de hulp van de Verenigde Naties nodig voordat het weer een poging kan wagen op eigen benen te staan. Dat heeft de Oost-Timorese minister van Buitenlandse Zaken en Defensie, José Ramos-Horta, vrijdag gezegd in de Azië-editie van The Wall Street Journal.
Het herstellen van de orde en het opbouwen van een democratische staat gaan veel tijd en geld kosten, aldus Ramos-Horta.De afgelopen tijd is het zeer onrustig in Oost-Timor en zijn er zeker dertig doden gevallen. In maart werden 600 militairen ontslagen, die het vervolgens tegen hun oude collega’s opnamen. In de ontstane chaos grepen ook rivaliserende groepen burgers hun kans om aan het vechten, plunderen en brandstichten te slaan. Zo’n 2000 buitenlandse militairen, voornamelijk Australiërs, zijn naar het land afgereisd om verdere escalatie te voorkomen.
De speciale VN-gezant in Dili, Sukehiro Hasegawa, zei ervan overtuigd te zijn dat de sinds de onafhankelijkheid van Indonesië behaalde resultaten niet verloren zullen gaan door de huidige crisis, maar zei ook dat de wederopbouw van de gezagsdragende instanties jaren zal kosten. Hasegawa erkent dat VN-assistentie noodzakelijk is, te beginnen bij de organisatie van vrije en eerlijke verkiezingen die voor volgend jaar op het programma staan. De VN-Veiligheidsraad bespreekt de kwestie Oost-Timor waarschijnlijk volgende week.
De Europese Unie heeft gisteren 18 miljoen euro ter beschikking gesteld van de Oost-Timorese regering. Het geld is bedoeld om het democratische proces en de economische ontwikkeling te steunen. Volgens José Manuel Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie, toont de hulp aan dat Europa solidair is met Oost-Timor en het land volledig steunt.