„Bijbel is gids voor werkenden”
AMERONGEN - „De Bijbel bevat 2000 wijze opmerkingen over geld en bezit en is daarom al eeuwenlang de meest betrouwbare en praktische gids voor de omgang met mensen, geld en goederen. Als wij ons houden aan de Bijbelse regels ten aanzien van rusten en werken, dan zouden er veel minder mensen burn-out zijn.”
Dat stelde J. Hol, directeur marketing en communicatie bij Oce N.V., gistermiddag op een symposium van de Evangelische Alliantie over christenheid op de werkplek. Een andere stelling was dat „het Evangelie een blij en dynamisch geloof biedt, de beste TomTom is voor de mensen van nu.” Hol vindt dat het tijd wordt dat christenen in hun geloof net zo ambitieus zijn als in hun werk.Deze stelling had ook zijn actualiteit voor het symposium. Bij gebrek aan deelnemers kon het symposium in januari jongsleden namelijk geen doorgang vinden. EA-directeur A. van Heusden noemt dat tekenend voor de oriëntatie van Nederlandse christenen. „Congressen over bijvoorbeeld de gaven van de Geest genieten veel belangstelling. Maar als het gaat om de maatschappelijke doorwerking van het Evangelie, laten velen het afweten.”
Toerusting
Niettemin trekt de workshop van N. Belo, directeur van het Instituut voor Gemeenteopbouw en Theologie, over het toerusten van gemeenteleden voor de werkvloer, behoorlijk wat mensen. Sommigen menen in de kerk „niks” aan toerusting te hebben ontvangen. Maar na even doorspreken blijkt de kerk daaraan wel degelijk bij te dragen: een hoog arbeidsethos, identificatiefiguren, een pastoraal oor, vorming tot het hebben van een christelijke uitstraling.
„Is het fair”, vroeg Van Heusden, „om van kerkdiensten te vergen dat er op heel specifieke vragen wordt ingegaan? Is dat niet meer iets voor kringen en conferenties, waar specialisten hun bijdrage kunnen leveren? Wel moet je in de kerk kernnoties meekrijgen om verder mee te kunnen.”
Iemand spreekt de vrees uit dat veel christenen er moeite mee hebben het wat en het waarom van hun geloof onder woorden te brengen voor collega’s. Belo wijst op het nut van een mentor in de kerk, iemand die jongere werkenden begeleidt. „Ik pleit ook voor oefening in het geloofsgesprek in het kader van de gemeente. De kerk moet haar leden toerusten tot het priesterschap.”
Tegelijk waarschuwt hij voor het overladen van gemeenteleden met activiteiten. „In de kerk mag je ook rusten aan Jezus’ voeten. Het is een thuishaven. Stel daarom prioriteiten. Verricht de toerusting als het even kan binnen de bestaande kaders en structuren: gemeenteavonden en kringen.”
Migrantenkerken
Tijdens het ochtendprogramma werd de Helixprijs 2006 uitgereikt aan de Amsterdamse hervormde predikant ds. Chr. van Andel, omdat hij zich onderscheiden heeft inzake gemeenteopbouw.
In november 2005 zette de deelnemersvergadering van de Evangelische Alliantie de relatie met migrantenkerken op de agenda. Uit onderzoek van de organisatie blijkt dat een zeer grote meerderheid van de deelnemende kerken en organisaties een voorstander van dergelijke contacten is, in de overtuiging dat dit tot wederzijdse geestelijke verrijking zal leiden.
De EA kan als platform een stimulerende en informerende rol vervullen. EA-lid B. Roor licht toe dat een eerste stap in de opstelling van een beleidsplan zal zijn om organisaties en kerken die veel ervaring hebben op dit vlak, bij elkaar te brengen. „Het is duidelijk dat we het hier hebben over een zaak van lange adem, zoals al blijkt uit bestaande vormen van contact.”
Gedragscode
CHE-student K. van Slooten presenteerde zijn onderzoek naar de wenselijkheid van een gedragscode voor de EA-participanten. Aanleiding was een kwestie waarbij een columnist in het Nederlands Dagblad de integriteit van de EO-leiding ter discussie stelde. Van Slootens taak was te onderzoeken of een omgangscode een geschikt instrument is voor de EA om te beoordelen of christelijke (deelnemende) organisaties op een integere, respectvolle en dienstbare wijze met elkaars reputatie omgaan.
Uit het onderzoek blijkt dat de deelnemende kerken en organisaties de EA niet zien als een conflictbemiddelaar of als een controlerende waakhond. „Een autoritaire benadering”, aldus Van Slooten, „waarbij de EA met geheven vinger optreedt wanneer organisaties elkaar onheus bejegenen, lijkt dus uitgesloten te zijn. Wel kan de EA een goede onderlinge omgang stimuleren met een dergelijke code, die geen juridisch document maar een intentieverklaring moet zijn: een vrijwillig, maar niet een vrijblijvend uitgangspunt voor de onderlinge omgang. De deelnemers vinden namelijk in grote meerderheid dat publieke confrontaties afbreuk doen aan de relationele waarden van de EA. Het zou dus goed zijn als de EA samen met de deelnemers zoekt naar een actieve doorvertaling van de waarden naar de dagelijkse praktijk.”
De bespreking maakt duidelijk dat de omgangscode allereerst gelding moet hebben voor de aan de EA deelnemende kerken en organisaties, en niet voor christelijke organisaties buiten de EA. De EA wil ook niet tornen aan de onafhankelijkheid van de christelijke media. EA-directeur A. van Heusden beschouwt onderzoek en bespreking als „mest op de akker van de directie”, die met dit alles een vervolgtraject ingaat.