„Veel landen in Europa betrokken bij CIA-zaak”
PARIJS (ANP) – De regeringen van een groot aantal Europese landen waren op de hoogte van of verleenden medewerking aan geheime vluchten van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA met terreurverdachten. Dat concludeert onderzoeker Dick Marty van de mensenrechtenorganisatie Raad van Europa in zijn rapport, dat woensdag in Parijs is gepresenteerd.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten dat het „rapport volstaat met beschuldigingen maar niet met harde bewijzen”. Een woordvoerder zei dat duidelijk moet zijn dat samenwerking tussen landen in de strijd tegen terrorisme ook levens heeft gespaard.Marty noemt vooral Polen en Roemenië. Hij zei dat er bevestigde feiten zijn die de veronderstelling versterken dat landingsplaatsen in de twee landen zijn gebruikt als uitstapplaatsen vlakbij geheime gevangenissen.
„Zelfs al is bewijs in de klassieke betekenis nog niet beschikbaar, wijst een aantal samenhangende elementen erop dat zulke geheime detentiecentra inderdaad in Europa hebben bestaan”, aldus de onderzoeker. Hij wil nader onderzoek naar de aanwijzingen voor de kampen.
Veertien landen zouden met de CIA hebben samengewerkt. Bij zeven is dat op min of meer kwalijke wijze gebeurd: Zweden, Bosnië, Groot–Brittannië, Italië, Macedonië, Duitsland en Turkije. „Het is nu zeker dat autoriteiten in diverse Europese landen actief deelnamen met de CIA in deze onrechtmatige activiteiten. Andere landen negeerden ze bewust of willen het niet weten”.
Nederland wordt in het rapport niet genoemd. Minister Ben Bot van Buitenlandse Zaken is daarover niet verrast, zo liet hij woensdag merken. Bot heeft altijd gesteld dat er in Nederland geen geheime gevangenissen zijn en dat Nederland niet meewerkt aan illegale CIA–vluchten met vermeende terroristen. Volgens Bot komt Marty niet met harde bewijzen voor zijn beschuldigingen. Landen als Polen en Roemenië ontkennen, wat het voor bijvoorbeeld de Europese Unie lastig maakt iets te doen.
Een van de verwijten is dat autoriteiten hebben toegelaten dat de CIA inwoners heeft opgepakt en ontvoerd naar geheime kampen, zonder dat daar enige rechtsgrond voor was. De CIA deed dit in zijn strijd tegen vermeende terroristen.
Marty gebruikte bewijs van nationale en internationale luchtverkeersleidingen. Ook kreeg hij informatie van geheime diensten, ook die van de Verenigde Staten. Hiermee kreeg hij een beeld van een wereldwijd web van geheime detenties en onrechtmatige transporten.
Roemenië heeft Marty’s rapport afgedaan als „pure speculatie”. De Poolse premier Kazimierz Marcinkiewicz noemde de aantijgingen „laster” en „op geen enkel feit gebaseerd”. Ook Groot–Brittannië hield woensdag vol dat er geen enkel bewijs is dat het land heeft meegewerkt aan illegaal transport van verdachten. Ook Spanje wees de bevindingen in het rapport van de hand.
Het parlement van de Raad van Europa, onder leiding van de CDA’er René van der Linden, bespreekt het rapport van Marty op dinsdag 27 juni. De Raad van Europa is een organisatie van 46 landen, waaronder Nederland.
Het Europees Parlement onderzoekt de geheime CIA–vluchten eveneens. Een rapport daarover is half juni gepland. „De conclusies komen erg overeen”, verwacht Europarlementslid Kathalijne Buitenweg (GroenLinks). Ze ziet ook hier veel indirect bewijs. „Boeiend om te zien dat veel landen zich eerst opstelden als slachtoffer van de CIA–vluchten, maar dat ze nu waarschijnlijk veel meer wisten”.
D66–Europarlementslid Sophie in ’t Veld vindt dat het Europees Parlement moet kijken of landen het EU–verdrag hebben geschonden. Het parlement kan uiteindelijk aanbevelen om het stemrecht van een land op te schorten. „Het valt niet meer te ontkennen is dat minstens veertien landen deel hebben uitgemaakt van een web van illegale uitleveringen en geheime detenties van de CIA”.
PvdA’er Jan Marinus Wiersma vindt dat het er eerst op aan komt de bevindingen hard te maken. „De bal ligt bij de beschuldigde landen”, stelde hij. „Wij zijn ontevreden over de antwoorden die we tot dusver hebben gekregen van de regeringen”.