Professioneel zwijgen moet blijven
Werknemers worden soms geconfronteerd met de grenzen van hun zwijgplicht, signaleert Jan Westert. Het is volgens hem nodig dat een werknemer beseft dat hij in de keten van betrokkenen slechts een bescheiden verantwoordelijkheid draagt.
In veel beroepen hebben mensen te maken met een beroepsgeheim. Soms word je geconfronteerd met een vraag over de grenzen van de zwijgplicht. De zwijgplicht kan bij een beroepsbeoefenaar een gewetensconflict veroorzaken. Als je door je beroep over informatie beschikt van medechristenen, broeders en zusters uit je gemeente, heb je soms een lastig dilemma. Politie en justitie hebben met deze dilemma’s te maken. Maar ook een hulpverlener, een onderwijzer en een arts, of de apothekersassistente die de morning-afterpil moet verstrekken aan jonge meiden uit haar kerkelijke kring.Voor sommige beroepsgroepen is het beroepsgeheim wettelijk geregeld. Dat geldt bijvoorbeeld voor artsen en bij justitie. Het beroepsgeheim kan ook direct voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst of uit een beroepscode. Schending van het beroepsgeheim kan leiden tot strafvervolging.
Het beroepsgeheim is namelijk het recht van degene van wie een geheim wordt bewaard. Het geeft vorm aan het al door Hippocrates gehuldigde rechtsbeginsel dat eenieder zich vrij en zonder vrees voor openbaarmaking tot een dienst- of hulpverlener moet kunnen wenden. De zwijgplicht van de hulpverlener vormt de basis voor het vertrouwen in de relatie tussen de dienstverlener en de cliënt.
Collectief
Niet alleen het individuele vertrouwenselement speelt een rol. Er is ook een collectief element. De maatschappij heeft er belang bij dat ieder die in een benarde situatie verkeert zich tot een vertrouwenspersoon kan wenden. Dit kader geldt voor alle beroepen waar een beroepsgeheim van toepassing is.
Uiteraard is er verschil in de mate van beroepsgeheim. Een arts weet meer van een patiënt dan de inschrijfbalie van het ziekenhuis. Maar het is niet voor niets dat het beroepsgeheim in een ziekenhuis zich uitstrekt tot alle medewerkers. Het gaat niet alleen om de directe patiëntgegevens, maar ook om feiten en kennis waarvan openbaarmaking het vertrouwen van de patiënt zou beschamen.
Het beroepsgeheim volgt ontwikkelingen in de samenleving. De advocaat is een beroepsbeoefenaar voor wie het beroepsgeheim een essentieel onderdeel van zijn vertrouwensrelatie vormt. Maar juist bij justitiële beroepen en de advocatuur is de laatste jaren duidelijk geworden dat het beroepsgeheim geen statisch thema is. Moderne communicatiemiddelen maken deze beroepsgroep kwetsbaar in het bewaren van toevertrouwde geheimen.
In Nederland is privacy van de persoon een groot goed. Bescherming van persoonsgegevens heeft tot gevolg dat in veel beroepen de aandacht voor geheimhouding is toegenomen. De mondiger burger accepteert immers minder. Daardoor krijgt het beroepsgeheim ook meer juridische impact.
Gewetensnood
Het beroepsgeheim is geen absoluut recht. Uiteraard vraagt het doorbreken van het beroepsgeheim om terughoudendheid, maar zwaarwegende belangen van anderen of maatschappelijke belangen kunnen aanleiding zijn om het beroepsgeheim te doorbreken. Maar ook dan geldt: doorbreek slechts naar de mate dat het nodig is.
Een voorbeeld vind je in het onderwijs, waar veel vertrouwelijke informatie aan de orde is. In geval van melding van kindermishandeling door een leerkracht kan er een botsing van plichten ontstaan. De leerkracht doorbreekt zijn zwijgplicht door de mishandeling te melden bij het Meldpunt Kindermishandeling. Door anoniem te melden is er de mogelijkheid om de doorbreking van de zwijgplicht beperkt te houden.
In een situatie van botsende plichten kan bij de persoon met een beroepsgeheim gewetensnood ontstaan. Moet mijn zwijgplicht wijken voor de drang tot bescherming van een ander zwaarwegend belang?
In de meeste situaties moet degene met beroepsgeheim zelf een afweging van belangen maken. Dat kan een lastig dilemma zijn. De vertrouwensrelatie van de zwijgplichtige moet worden afgewogen tegen het belang van doorbreking van het beroepsgeheim.
Schakel
Terug naar de apothekersassistente. Is het opheffen van de zwijgplicht geoorloofd als je beschikt over beroepsinformatie op grond waarvan jij ervan overtuigd bent dat leden van je kerkelijke gemeente zondigen?
Hiervoor is het nodig goed het kader waarbinnen het beroepsgeheim staat, voor ogen te houden. Bovendien heb je als medewerker ook rekenschap te geven van je eigen professionele positie in het geheel. De apothekersassistente is een van de schakels in de keten van medicijnverstrekking. De eigen verantwoordelijkheid is van een andere orde dan die van de arts die de morning-afterpil heeft voorgeschreven. Van het gesprek van de arts met zijn patiënt weet de apothekersassistente zelfs niets af. Het persoonlijke morele dilemma voor een apothekersassistente wordt hierdoor weliswaar niet anders, maar het is nodig te beseffen dat je in de keten van betrokkenen slechts een bescheiden verantwoordelijkheid draagt.
Ik kan mij voorstellen dat er medicamenten zijn die iemand in de apotheek niet wil afleveren. Het is echter van tweeën één: of je weigert de levering van al die medicamenten omdat aflevering je in persoonlijke gewetensnood brengt, of je levert de medicamenten af ongeacht wie er voor je neus staat. De ruimte voor weigering op grond van persoonlijke gewetensbezwaren is in de cao geregeld.
Liefdevolle houding
Als het gewetensconflict ontstaat door het verstrekken van de morning-afterpil aan meiden uit je kerkelijke gemeenschap, is er sprake van een andere botsing van plichten. In je beroep word je geconfronteerd met de levensstijl van christenen waar je graag verre van zou blijven. Dat zorgt voor een moreel dilemma.
Het goede antwoord in deze situatie is niet het doorbreken van de zwijgplicht, omdat die voor de apothekersassistent deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst.
Als je de gewetensnood die door deze kennis is ontstaan niet alleen kunt oplossen, is het goed over dergelijke dilemma’s met christencollega’s van gedachten te wisselen. Dat hoeven niet altijd collega’s met hetzelfde beroep te zijn. Anderen worden met soortgelijke dilemma’s geconfronteerd. De postbode bezorgt bijvoorbeeld post die hij zelf liever niet in zijn bus wil ontvangen.
Blijf een open, liefdevolle houding hanteren en straal integriteit uit in je eigen gedrag. Laat het ook een onderwerp van gebed zijn. Leer in zulke situaties teleurstelling te accepteren. Soms moet je het stof van je voeten schudden en verdergaan. Dat is nodig, omdat je anders volstrekt ontmoedigd en teleurgesteld kunt raken.
In ieder geval: ook al is wat je in je beroep meemaakt nog zo miserabel, het is niet jouw verantwoordelijkheid om het ook censurabel te maken. Professioneel zwijgen moet blijven.
De auteur is directeur van het Menso Alting College te Amersfoort en was voorheen algemeen secretaris van het GMV.