Cultuur & boeken

Kenmerken van gezonde godsdienstigheid

Titel: ”Gezonde godsdienstigheid en heilzaam geloof. Verheldering van concepten vanuit de psychologie, psychiatrie en de theologie”
Auteur: M. de Vries-Schot (diss.)
Uitgeverij: Eburon, Delft, 2006
ISBN 90 5972 108 X
Pagina’s: 372
Prijs: € 29,50.

P. J. Verhagen
7 June 2006 08:30Gewijzigd op 14 November 2020 03:49

Wat is gezonde godsdienstigheid? Wat is heilzaam geloof? En hoe beoordeel of evalueer je dat? Dat is niet alleen maar interessant om over na te denken, maar ook belangrijk in het dagelijks werk in de geestelijke gezondheidszorg en in het pastoraat. Zijn psychologen en psychiaters en andere hulpverleners, zijn pastores en andere pastoraal werkers wel in staat om na te gaan of er bij hun patiënten, hulpvragers en pastoranten sprake is van (on)gezonde godsdienstigheid of heilzaam dan wel heilloos geloof? Hebben ze daarvoor de nodige kennis, de juiste houding en de benodigde vaardigheden?

M. de Vries-Schot wil met haar studie ”Gezonde godsdienstigheid en heilzaam geloof” een bijdrage leveren aan begripsverheldering en criteria aanleveren die van dienst zouden kunnen zijn bij het inschatten van de ’kwaliteit’ van iemands godsdienstigheid.

Het ligt voor de hand om aan te nemen dat er zowel van de zijde van psychiaters en (godsdienst)psychologen als van de zijde van theologen allerlei ideeën en opvattingen bestaan over gezond geloven. De auteur beperkt zich tot de recente westers-christelijke traditie, maar de thematiek ligt natuurlijk veel breder. Bovendien is de aandacht voor de onderzoeksvraag niet van vandaag of gisteren.

De auteur legt een aantal rondes af. Eerst wordt de literatuur onderzocht, op zoek naar opvattingen over het thema en mogelijke criteria. In hoofdstuk 2 staat het psychologische en psychiatrische perspectief centraal, in hoofdstuk 3 dat van de theologie. De opzet en uitkomst van beide hoofdstukken lopen parallel, maar niet de aanpak. In hoofdstuk 2 bespreekt de auteur de opvattingen van bekende (godsdienst)psychologen en psychiaters, zoals James, Allport, Freud, Jung, Erikson en Maslow. Dat is allemaal niet nieuw, maar de auteur heeft dit materiaal nodig om kenmerken van gezonde godsdienstigheid op het spoor te komen.

Haar voorlopige conclusie luidt: Gezonde godsdienstigheid wordt gekenmerkt door relatie en transcendentie. De relatie met de transcendente God omvat het hele leven, maakt ontvankelijk en wordt van binnenuit beleefd.

Geleefde tijd
In het derde hoofdstuk gaat de auteur niet zozeer de opvattingen van bepaalde figuren uit de theologie na, maar kiest ze bepaalde ideeën om van daaruit te bepalen wat heilzaam geloof zou kunnen zijn. Zo’n idee is de ”geleefde tijd”, een term uit de filosofie en fenomenologie. Wij hebben niet maar te maken met tijd in de zin van kloktijd, losse aaneengeschakelde momenten, maar met geleefde tijd: verleden, toekomst en heden, die op elkaar ingrijpen. Mensen zijn onderweg, zoeken een fundament. Er loopt een optocht door de tijd van de schepping tot de eeuwigheid, zingt Paul van Vliet. Het verhaal van die (zoek)tocht is de biografie.

En volgens de christelijke traditie is dat de ene kant van de werkelijkheid, de andere kant is dat God voor gelovigen deel uitmaakt van hun leven en geschiedenis wanneer Zijn woord betrokken wordt op de eigen ervaringswereld.

Zo komt de auteur tot het volgende. Het verleden als basis voor het heden verbindt zij aan geloven. Geloven is gefundeerd vertrouwen, in vrijheid en verantwoordelijkheid. De toekomst verbindt ze met hoop, in verwachting en (te)vrede(heid). Het heden als moment van tegenwoordigheid verbindt ze met liefde, in vreugde en welzijn, in verbondenheid. Vooral dat laatste staat centraal en laat zien dat voor de onderzoekster het relationele aspect, de beleefde verbondenheid met God, de ander, zichzelf en de wereld, essentieel zijn. Eigenlijk werkt de auteur in dit hoofdstuk een ’kleine’ eigen theologie uit.

Wat is heilzaam geloof dan? Heilzaam geloof wekt verwondering, opent het leven, geeft moed om vol te houden. In heilzaam geloof wordt de vervulling met Gods Geest ervaren. Zo komt de auteur op twee keer drie trefwoorden voor gezonde godsdienstigheid en heilzaam geloof: omvattendheid, openheid en oprechtheid, en: verwondering, volharding en vervulling.

Panelleden
Dan volgen twee nieuwe rondes. De auteur heeft namelijk met deze zes trefwoorden op grond van al die literatuur 2 keer 25 stellingen geformuleerd over wat gezond en heilzaam zou kunnen heten als het gaat om godsdienstigheid en geloof. Ze legt deze trefwoorden en stellingen in twee rondes voor aan twee panels van in totaal 49 psychologen en psychiaters, én 49 theologen -verdeeld in 24 protestanten en 25 rooms katholieken- om te zien waar en in welke mate overeenstemming verkregen kan worden over deze voorlopige kenmerken en criteria. Hoe zouden gezonde godsdienstigheid en heilzaam geloof het best kunnen worden gedefinieerd? Met welke term zouden gezonde godsdienstigheid en heilzaam geloof het best kunnen worden aangeduid?

Allereerst valt op dat de deskundigen die betrokken zijn bij het onderwerp in grote mate met elkaar overeenstemmen. De beide panels kunnen wat dat betreft als één groep worden beschouwd.

Dat is opmerkelijk, we zouden wellicht eerder verschillen tussen de beroepsgroepen verwachten. Maar nogmaals, het gaat om deskundigen die qua achtergrond en belangstelling duidelijk betrokken zijn bij het onderwerp. Hoe zou dat zijn als niet-gelovigen -niet-protestant en niet-katholiek- zich zouden uitspreken?

Het blijkt dat de panels het erover eens zijn dat geïntegreerd geloof en volwassen geloof de beste aanduidingen zijn voor gezonde godsdienstigheid en heilzaam geloof. Geïntegreerd staat voor heelheid en verbondenheid van geloven met het leven hier en nu, in combinatie met groei en ontwikkeling in het verloop van de tijd (naar volwassenheid).

Uiteindelijk zijn er van de 50 criteria 23 overgebleven. Daarover was grote overeenstemming, dat wil zeggen twee derde of meer van de panelleden was het over die criteria eens. Belangrijke aspecten van gezonde godsdienstigheid/heilzaam geloof zijn: oprechtheid, niet zozeer vanuit moeten of angst; vertrouwen op God, ook in tijden van tegenslag; vanuit het besef van Gods liefde voor de mens streven naar het liefhebben van de medemens zoals hij is.

De 23 criteria konden weer ondergebracht worden in drie groepen: gerichtheid op hogere waarden vanuit innerlijke vrijheid; vertrouwen op God doordringt het hele leven; verantwoordelijkheid voor medemens en schepping. En wat betreft de definitie, daarin moeten volgens de panelleden de volgende trefwoorden zitten: oprechtheid, openheid, verwondering, identiteit, integriteit en inspiratie.

Volwassen
Uit de conclusies die de auteur trekt haal ik er één naar voren. Volgens de panelleden is gezonde godsdienstigheid en heilzaam geloof te omschrijven als geïntegreerd, volwassen geloof, ervaringsgericht op het leven van alle dag en fundamenteel relationeel. Je zou het zo kunnen samenvatten: gerichtheid op hogere waarden vanuit innerlijke vrijheid legt de nadruk op de relatie van de mens met zichzelf, vertrouwen op God legt de nadruk op de relatie met God, verantwoordelijkheid voor medemens en schepping legt de nadruk op de relatie met medemens en omgeving. De auteur hecht grote waarde aan met name deze uitkomst.

Wat worden wij wijzer van dit alles? De auteur is erin geslaagd ordening aan te brengen in een bonte verscheidenheid aan opvattingen en ideeën. Het bleek mogelijk over die voorgestelde ordening een grote mate van consensus tussen deskundigen te verkrijgen. Daar kunnen de werkers in de geestelijke gezondheidszorg en in het pastoraat mee aan de slag.

Wat is nu gezondheid? Gezondheid is niet de afwezigheid van ziekte, maar een toestand van fysiek, mentaal en sociaal welbevinden, aldus de wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Al jaren is er binnen en rond de WHO discussie of deze definitie wel compleet is. Zou godsdienstig welbevinden niet toegevoegd moeten worden?

Dat kan natuurlijk om politieke redenen niet. Gezondheidszorg is veelal een zaak van overheden en sommige of wellicht veel overheden zouden immers in grote verlegenheid worden gebracht als de vraag aan de orde zou komen welk godsdienstig welbevinden bevorderd zou moeten worden.

Spirituele dimensie
Spreek dan liever over spiritueel welbevinden, is de suggestie. Dat stelt collega De Vries ook voor. Laten we onze opvattingen over gezondheid uitbreiden met aandacht voor de spirituele dimensie. Dat lijkt mij ook van essentieel belang. Aardig is daarbij dat ze door haar eigen onderzoek wordt ingehaald: in het begin had ze de term spiritualiteit afgewezen. Het zou over geloof en godsdienstigheid moeten gaan. Maar haar panelleden hebben een al te uitgesproken invulling gecorrigeerd: niets over Jezus, niets over de Heilige Geest, daarover is geen consensus te krijgen. Dus eindigt het boek wel met een pleidooi voor de spirituele dimensie.

Maar als ik het goed zie, betekent dit een grote spanning in het denken van de auteur, die wil blijven spreken vanuit godsdienst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer