De betoging leidden tot een tegendemonstratie van ongeveer vijfhonderd aanhangers van de Unie van Islamitische Rechtbanken, de beweging achter de islamitische strijders.De historisch grootste clan in Mogadishu, de Abgal, eiste het vertrek van de islamitische milities uit het noorden van de Somalische hoofdstad en dreigde met een tegenaanval. „Wij hebben geen volksverlakkerij nodig, wij willen geen islamitische rechtbanken, wij willen vrede", scandeerden aanhangers van de clan, die sinds 1991 in het noorden van Mogadishu de dienst uitmaakte.

Moslimstrijders van de Unie van Islamitische Rechtbanken hielden een afstand van ongeveer twee kilometer tot de betogers in het noordelijke stadsdeel. Sjeik Sharif Ahmed, voorzitter van de Unie, beloofde tegenover ongeveer vijfhonderd tegenbetogers dat de strijd wordt voortgezet totdat geheel Somalië de sharia respecteert.

Ten minste twee alliantieleiders die maandag op de vlucht sloegen, de krijgsheren Bashir Rageh en Muse Sudi Yalahow, sloten zich inmiddels bij de Abgal aan. Rageh was dinsdag samen met Yalahow en een escorte van Abgal–strijders op de protestbijeenkomst aanwezig en zei dat de clan had besloten Somalië tegen de islamitische milities te verdedigen.

Ahmed verklaarde maandag dat de Unie geheel Mogadishu onder controle had, maar het optreden van de Abgal–clan laat zien dat die claim overdreven is. De Unie zal op zijn minst moeten onderhandelen met de clanleiders die Mogadishu bijna vijftien jaar beheersten. Veel krijgsheren en clanleiders steunen de seculiere alliantie van interim–premier Abdullahi Yusuf Ahmed, wiens regering zetelt in Baidoa, circa 250 kilometer van Mogadishu.

De islamitische milities beschuldigen de alliantie van banden met de CIA, terwijl zij zelf door de alliantie worden beschuldigd van banden met Al–Qaida. Bij de strijd tussen beide bewegingen vielen de afgelopen maanden ruim driehonderd doden en 1.700 gewonden, voor het merendeel burgers die belandden in het kruisvuur van granaatwerpers, machinegeweren en mortiergeschut.