Dat ligt niet aan een druk leven, drugsgebruik of veel huiswerk, maar aan angst en depressies die de jongeren ervaren.Dat schrijft psychologe Maike ter Wolbeek van het Universitair Medisch Centrum Utrecht in een artikel dat maandag verscheen in het tijdschrift Pediatrics.

Voor haar onderzoek ondervroeg ze 3460 scholieren tussen de 12 en de 18 jaar. Opmerkelijk noemt de psychologe het grote verschil tussen de geslachten: meer dan een op de vijf meisjes is erg moe, en maar 6 procent van de jongens. Toch bestaat bij beide groepen een duidelijke samenhang tussen vermoeidheid, angsten en depressies.

De manier van leven heeft wel invloed, maar veel minder dan gedacht. Zo zijn jongens die door de week korter slapen, vermoeider, en worden meisjes juist moe door te lang slapen in het weekeinde. Zowel jongens als meisjes zijn vermoeider als ze minder sporten. Mogelijk komt dat doordat sporters zich niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk fitter voelen.

Opvallend verschil tussen jongens en meisjes is dat de laatsten steeds uitgeputter worden naarmate ze ouder worden. Mogelijk komt dat door de invloed van vrouwelijke geslachtshormonen, die sterk toenemen in die periode. Aanwijzing daarvoor is dat meisjes die vroeg ongesteld worden, zich later vermoeider gaan voelen.

Ter Wolbeek waarschuwt dat zware en lange vermoeidheid in de puberteit een risicofactor vormt voor het ontwikkelen van het chronisch vermoeidheidssyndroom later in het leven. Dit komt veel meer bij vrouwen voor dan bij mannen.