Inflatie is voor Bernanke blijkbaar een grotere zorg dan een vertraging van de economische groei. De markt reageerde navenant. Bernankes waarschuwing werd opgevat als een aankondiging voor een nieuwe renteverhoging door de Fed aan het eind van de maand en tal van institutionele beleggers begonnen te verkopen. De Dow Jones Average en de Standard & Poor’s 500 zakten 1,75 procent en de Nasdaq ging zelfs 2 procent achteruit.Bernanke concentreerde zich in zijn toespraak in Washington vooral op de zogeheten kerninflatie. Het gaat hierbij om de prijsstijgingen van een bepaald pakket minus voedingsmiddelen en energie (omdat de laatste categorieën nogal sterk kunnen fluctueren). Gewoonlijk is de kerninflatie lager en stabieler dan de algemene inflatie.

De kerninflatie zou volgens Bernanke niet boven de 2,0 procent mogen uitkomen, maar de afgelopen twaalf maanden noteerde de Fed een gemiddelde kerninflatie van 2,3 procent en in de laatste zes maanden zelfs van gemiddeld 3,0 procent. „Wij zijn het er binnen de Fed vrijwel unaniem over eens dat een lage en stabiele inflatie essentieel is voor een zo groot mogelijke prijsstabiliteit en werkgelegenheid”, aldus Bernanke gisteren.

„Het is duidelijk dat de Fedvoorzitter liever te hard op de rem trapt dan eventueel te laat als de inflatie uit de hand dreigt te lopen”, aldus Jan Hatzius, chef-econoom van investeringsbank Goldman Sachs.

Tijdens zijn reguliere ontmoeting met de financiële commissie van de Senaat in april suggereerde Bernanke dat de Federal Reserve mogelijk een pauze zou kunnen inlassen in de reeks verhogingen van de basisrente (federal funds rate), waarmee de centrale bank in de zomer van 2004 begon. Dat leverde hem commentaren op dat hij „soft” was op het gebied van inflatie.

Zijn waarschuwing van maandag moet die indruk duidelijk wegnemen. De Fed is volgens Hatzius bereid de rente opnieuw te verhogen, ook al erkent Bernanke dat de economische groei vertraagt.

De Amerikaanse economie bevindt zich volgens de voorzitter van de Fed in een „overgangsfase.” De hoge energieprijzen vormen volgens hem de belangrijkste factor, zowel voor deze vertraging als voor de inflatiedruk waarop de Fed „resoluut” moet reageren.