Ondercommissaris Mike McDonell verklaarde in Toronto dat er meer arrestaties in het verschiet liggen. „Het onderzoek is beslist nog niet afgerond”, aldus McDonell. De ontmantelde terreurgroep had een serie bomaanslagen in voorbereiding op doelwitten in de provincie Ontario, waaronder het parlementsgebouw in de hoofdstad Ottawa en de bijhorende vredestoren. Inmiddels is de bewaking van de meeste openbare gebouwen in Ontario verscherpt, hoewel de inlichtingendienst CSIS liet weten dat de dreiging van terreuraanslagen niet groter is dan voorheen.Dankzij samenwerking met de Canadese spionagedienst, die de cel radicale jongeren al enkele maanden terug op het spoor kwam, kon de politie de verrichtingen van de groep nauwgezet volgen. Agenten deden zich bij herhaling voor als louche handelaren en verkochten de aspirant-terroristen de 3 ton ammoniumnitraat die zij hadden besteld. Vermengd met olie levert deze kunstmest een krachtige springstof op. De politie speelde de terreurgroep evenwel een verder onschadelijk goedje toe.

Wat de agenten en de rechercheurs die de groep schaduwden vooral deed schrikken, was de enorme hoeveelheid ammoniumnitraat waarover de extremisten wilden beschikken. Er was in april 1995 slechts 1 ton ammoniumnitraat nodig om het negen verdiepingen hoge gebouw van de federale overheid in de Amerikaanse deelstaat Oklahoma neer te halen.

De twaalf meerderjarige verdachten van de terreurgroep zijn inmiddels voorgeleid en in staat van beschuldiging gesteld. De meesten is het lidmaatschap van een terreurbende ten laste gelegd, naast aanklachten voor de invoer van in Canada verboden wapens en munitie, het volgen of geven van terreuropleidingen en het in gevaar brengen van de openbare orde. Over het lot van de vijf gearresteerde minderjarigen kan de politie geen mededelingen doen. Alle verdachten hebben de Canadese nationaliteit of verbleven legaal in het land en moesten vandaag opnieuw voor de rechter verschijnen om te horen of zij op borgtocht vrij konden komen.

De Torontogroep had iets ten noorden van de stad een clandestien trainingskamp ingericht op een afgelegen landgoed nabij het plaatsje Washago. Hier trof de politie onder meer camouflagepakken, communicatieapparatuur, bomontstekers en gevechtshandleidingen aan.

Volgens Faheem Bukhari van het islamitische gemeenschapscentrum van Mississauga, een voorstad van Toronto waar zes van de verdachten woonden, maakte de 43-jarige leider van de groep, Qayyum Abdul Jamal, sinds enkele jaren naam als een uitzonderlijk radicale gebedsleider van een kleine moskee in een enigszins afgetakeld winkelcentrum waar hij soms urenlang van leer kon trekken tegen Canada en zijn „verwerpelijke” samenleving. Jamal hield zijn toehoorders constant voor dat de in Afghanistan gestationeerde Canadese vredesmacht zich vooral bezighoudt met het verkrachten van vrouwen en het mishandelen van kinderen.

„Wij hebben hier van doen met een verder gewone idioot, of op z’n minst een simpele ziel, en het verbaast mij in hoge mate dat deze onbenullige man een groep volgelingen om zich heen kon verzamelen”, vindt Wajid Khan, parlementslid voor Mississauga.

Khan had vorig jaar een korte ontmoeting met Jamal in diens minimoskee. „Ook toen sloeg hij al boosaardige wartaal uit, hetgeen de aanwezigen flink kwaad maakte. Zij hebben hem na afloop geloof ik zelfs nog een pak slaag gegeven”, aldus Khan.

„Jamal zat boordevol haat tegen Canada en liet geen gelegenheid onbenut om dat kenbaar te maken”, aldus Faheem Bukhari, die verschillende van de gearresteerde jongeren persoonlijk kent. „Dit waren gezellige lolbroeken met veel vrienden met wie zij voetbalwedstrijden bezochten en alle andere dingen deelden die jongens bezighouden. Maar nadat zij in de ban van de radicale Jamal waren geraakt, kon je hen niet meer herkennen. Ineens was alle vrolijkheid verdwenen om plaats te maken voor de leuzen en strijdkreten van de jihad”, aldus Bukhari.

Wat de Canadese samenleving na de arrestaties van vrijdag vooral aan het denken zet is het feit dat geen van de verdachten ooit contact had met al-Qaida of soortgelijke terreurgroepen uit het Midden-Oosten, maar geheel op eigen initiatief een terreurplan ontwikkelde. Hoe deze jongeren, die zich ogenschijnlijk de normen en waarden van Canada eigen hadden gemaakt, hiertoe kwamen is, velen een volslagen raadsel.

Premier Stephen Harper zei maandag dat de Torontoterreurgroep misbruik maakte van een godsdienst en zijn symbolen om de eigen haatgevoelens te verspreiden. „Deze mensen vertegenwoordigen geen geloof, maar louter hun eigen misleidende geweldsfilosofie”, aldus Harper.