Peru geeft brokkenmaker Garcia herkansing
LIMA - De kiezers van Peru waren eerder ten einde raad dan vergevingsgezind toen zij zondag Alan Garcia (57) een herkansing als president gunden. De centrumlinkse kandidaat kreeg iets meer dan 55 procent van de stemmen. Ollanta Humala (43), een voormalige militair en couppleger die pleit voor een nationalistische revolutie naar Venezolaans voorbeeld, bracht 44 procent van de stemmen op zijn naam.
De boomlange Garcia, een begenadigd redenaar die zelfs in de Sahara geen moeite zou hebben om paraplu’s aan de man te brengen, bestuurde Peru tussen 1985 en 1990. „Wij hebben toen door onbenul en onvermogen talrijke fouten gemaakt die veel leed veroorzaakten. Die fouten staan in het geheugen gegrift en bevatten waardevolle lessen voor de toekomst”, aldus Garcia op zondagavond.Aanhangers van Garcia en diens APRA-partij (Amerikaans Revolutionaire Volksbond) trokken direct na de bekendmaking van de voorlopige verkiezingsuitslag al jubelend door de straten van de hoofdstad Lima. Voor de ambassade van Venezuela verzamelde zich een kleine menigte die de president van dat land, Hugo Chavez, ’zijn’ nederlaag kwam inwrijven. Het Venezolaanse staatshoofd had bij herhaling laten weten te „duimen en bidden” voor een stembuszege van Ollanta Humala.
Hoewel Humala gisteren zijn nederlaag erkende, verzekerde hij dat de stembusuitslag geenszins het einde betekent van het streven naar een van kwade buitenlandse invloeden gevrijwaard Peru. „Een halfjaar terug was onze beweging nog volstrekt onbekend, maar op zondag maakten ruim 6 miljoen Peruanen kenbaar dat zij schoon genoeg hebben van het huidige bestel. Ik ben er volledig van overtuigd dat Alan Garcia als president en brokkenmaker miljoenen kiezers die hij nu wist te misleiden, in onze armen zal drijven”, aldus de immer strijdvaardige Humala.
In zijn overwinningstoespraak benadrukte Alan Garcia evenwel dat de kiezers van Peru de soevereiniteit van hun land hebben veiliggesteld door Ollanta Humala af te wijzen: „Humala vermomt zich als een patriot, maar is in werkelijkheid slechts de stroman van een buitenlandse potentaat die de hele regio in zijn greep wil krijgen en eerder al Bolivia kon inlijven en daar nu zelfs militairen heeft gelegerd. Maar Peru is niet te koop, meneer Chavez.”
De aanstaande president van Peru heeft zijn verleden niet echt mee. In de tweede helft van de jaren tachtig ruïneerde Alan Garcia zijn land met een lange reeks ondoordachte en zelfs onbesuisde beleidsbeslissingen die resulteerden een torenhoge inflatie, een werkeloosheid van ruim 50 procent en een diepe economische recessie die de reeds beperkte welvaart verder deed slinken. Dit alles vond plaats tegen een achtergrond van escalerend politiek geweld afkomstig van twee linkse guerrillabewegingen en een regeringsleger dat grotendeels aan de controle van de burgerregering was ontsnapt.
Maar dit schrikbeeld uit het recente verleden was niet erg genoeg om de Peruaanse kiezers ertoe te brengen Ollanta Humala’s alternatief te aanvaarden. „Wat Humala niet begrijpt, is dat zijn recepten in feite dezelfde zijn als waarmee Alan Garcia in de jaren tachtig het land de afgrond inwerkte. Humala wil zelfs nog een stapje -of beter: een sprong- verder gaan dan de jonge en idealistische Garcia van weleer. De kiezers hebben gezien wat dat voor gevolgen heeft”, zo stelt Lourdes Flores die bij de eerste verkiezingsronde van begin april op de derde plaats eindigde.
Flores twijfelt er niet aan dat Alan Garcia zijn les heeft geleerd en thans de „wijsheid der jaren” met zich meedraagt. „Peru zal blijverrast zijn met deze president”, aldus Flores die haar volgelingen had opgeroepen om voor Garcia te stemmen.
De scheidende president Alejandro Toledo feliciteerde Garcia met zijn stembusoverwinning en zorgde voor enig opzien door te zinspelen op een politieke terugkeer „ergens in de toekomst.” Toledo moet denken dat Garcia’s verkiezing bewijst dat in Peru alles mogelijk is. Zelf heeft Toledo langer dan de helft van zijn ambtstermijn van vijf jaar het land bestuurd als het minst populaire staatshoofd in Zuid-Amerika. Slechts een krappe 10 procent van de Peruanen vond dat Toledo goed werk leverde.
Maar onbekwaam was Alejandro Toledo geenszins. Hij had slechts een imagoprobleem. Sinds zijn aantreden in 2001 groeide het nationale inkomen van Peru met gemiddeld 5 procent per jaar. De inflatie bleef over deze periode beperkt tot 1,5 procent per jaar. De werkloosheid is gestaag teruggedrongen, terwijl het land zijn internationale betalingsproblemen aanpakte en dankzij de instroom van buitenlandse investeringen thans beschikt over een benijdenswaardige valutareserve. Toledo heeft het lang niet slecht gedaan. In feite is hij een prima president geweest. Alleen wist Toledo zijn beleidssuccessen niet te verkopen.
Wat hem vooral ook plaagde, waren de hoog gespannen verwachtingen bij zijn aantreden. Toledo had de natie beloofd problemen als armoede en sociaal onrecht resoluut aan te pakken. Dat is niet gebeurd. Hij was louter een bekwaam bestuurder, terwijl de Peruanen destijds hadden gekozen voor een bevlogen hervormer.
Nu wil de Peruaanse kiezer dus precies het omgekeerde. In Alan Garcia hoopt men een bekwaam bestuurder te hebben gevonden, die zich vooral niet moet gaan gedragen als een bevlogen hervormer. Want in die gedaante heeft Alan Garcia zijn kans gehad en verspeeld.