Weer studie naar snelle spoorlijn noorden
DEN HAAG - Op uitdrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer laat minister Peijs van Verkeer opnieuw onderzoek doen naar de Zuiderzeelijn. De Kamer voelt veel voor een hogesnelheidstrein naar het noorden. De bewindsvrouw blijft tegen een snelle spoorverbinding tussen Groningen en de Randstad.
Dat is de uitkomst van een langdurig debat donderdagavond in de Tweede Kamer over de Zuiderzeelijn.De spoorverbinding leek lange tijd van de baan nadat de tijdelijke commissie infrastructuurprojecten eind 2004 haar twijfel had uitgesproken over nut en noodzaak van de lijn. De Kamer deelde die twijfel. Uit onderzoek door minister Peijs bleek de spoorlijn inderdaad niet nodig, verschrikkelijk duur en onrendabel.
Een demonstratie van ruim duizend noordelijke bestuurders en studenten bracht de Kamer vorige week tot een ander standpunt: de Zuiderzeelijn moet toch nog een kans krijgen. CDA, VVD, PvdA, SP, ChristenUnie en SGP pleitten er donderdag in het debat met Peijs voor om onderzoek te gaan doen naar de hogesnelheidstreinvariant van de Zuiderzeelijn. In deze variant rijden treinen met 250 kilometer per uur over het spoor.
Minister Peijs herhaalde donderdag dat een snelle spoorverbinding naar het noorden verliesgevend zal blijven en dat zij er niets voor voelt. Ze toonde zich wel bereid tegemoet te komen aan de wens van de Kamer om een onderzoek te doen. Dat onderzoek moet eind deze maand klaar zijn, want rond die tijd moet het kabinet ook beslissen over investeringen in het noordelijke deel van de Randstad. Het kabinet wil die deels betalen uit het potje met geld dat voor de Zuiderzeelijn is gereserveerd.
Regeringspartij D66 en oppositiepartij LPF verzetten zich donderdag fel tegen een nieuw onderzoek naar de Zuiderzeelijn. „Die lijn stopt niet in Groningen, maar in Den Haag”, zei LPF-Kamerlid Hermans. D66 voelt alleen iets voor een snelle spoorlijn naar het noorden als Duitsland en Scandinavië bereid zijn de lijn door te trekken. De kans dat dit gebeurt is heel klein, aldus D66’er Van der Ham. PvdA-Kamerlid Dijksma tekende bij haar steun voor de Zuiderzeelijn wel aan dat haar partij kiest voor andere investeringen als blijkt dat het noorden daarmee meer is gediend dan met een spoorlijn.
In een interview met NRC Handelsblad zei minister Peijs donderdag dat ze hoe dan ook geld tekortkomt als ze van de Kamer de Zuiderzeelijn moet aanleggen. Er is 2,73 miljard euro voor de spoorlijn gereserveerd, maar dat is te weinig. Als de Kamer het politieke besluit neemt om ondanks de hoge kosten en de geringe baten de lijn toch aan te leggen, moet ze zelf aangeven waar het geld dan vandaan moet komen, aldus Peijs.
Naar verwachting nemen Kamer en kabinet in oktober een definitief besluit over de Zuiderzeelijn. Commissaris van de Koningin in Groningen Alders, een groot pleitbezorger van de lijn, was blij met de uitkomst van het debat. „Het kabinet heeft een grote draai gemaakt. Nu staat de Zuiderzeelijn weer op de agenda en begint het echte werk.”