Taïda Pasic wil in Leiden studeren
DEN HAAG - Taïda Pasic (18) wil, nadat ze haar vwo-examen heeft gehaald, terugkomen naar Nederland om in Leiden rechten te studeren.
Dat werd donderdag bekend. De Kosovaarse asielzoekster verliet in april Nederland vrijwillig, nadat minister Verdonk van Vreemdelingenzaken had aangekondigd haar het land uit te zetten wegens illegaal verblijf. De rechter bepaalde eerder die maand dat de Kosovaarse onrechtmatig in Nederland was.Momenteel doet de 18-jarige scholiere eindexamen vwo op de Nederlandse ambassade in Sarajevo. De Universiteit Leiden heeft al een dossier van haar aangelegd, maar vraagt pas een studentenvisum voor haar aan als ze haar vwo-diploma heeft gehaald. Of dat is gelukt, hoort ze op 15 juni.
Daarna begint de universiteit een procedure bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om een studentenvisum voor haar te krijgen. Meestal lukt dat. Voor het visum moet de aspirant-studente dan nog wel kunnen aantonen dat ze wonen en studeren in Nederland kan betalen, wat een gebruikelijke eis is in de procedure.
De Van Beek-Donnerstichting maakte vrijdagmorgen bekend dat zij de eventuele rechtenstudie van Taïda Pasic wil financieren. De sinds 1940 bestaande stichting steunt vrouwen bij het verwerven van economische zelfstandigheid. „Het moeten wel meiden zijn die gemotiveerd zijn. En dat is Taïda bij uitstek. Ze is een voorbeeld voor veel anderen”, aldus Artemis Westendorp van de stichting.
Donderdagavond bevestigde haar Nederlandse gastouder, Harrie Meulenkamp, dat Taïda Pasic een schadeclaim indient bij het ministerie van Justitie wegens het optreden van minister Verdonk.
Aanleiding voor de claim is de conclusie van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) maandag dat Verdonk tijdens de uitzettingsprocedure onrechtmatig persoonsgegevens over de Kosovaarse scholiere naar buiten heeft gebracht. Volgens het CBP handelde de minister daarmee in strijd met de wet.
Verdonk blijft erbij dat ze zich aan de regels heeft gehouden toen ze in februari persoonlijke gegevens van de scholiere openbaar maakte, zo liet ze de Tweede Kamer donderdag weten. Verdonk stelt dat ze zich in het kader van een juiste en evenwichtige beeldvorming genoodzaakt zag tot openbaarmaking van de gegevens. Ze is het niet eens met het oordeel van het CBP dat ze in dit geval in strijd met de privacywetgeving heeft gehandeld.