Onderzoekers: Lucia de B. onterecht veroordeeld
NIJMEGEN (ANP) – Lucia de B. is onterecht veroordeeld voor de moorden en pogingen tot moord op ziekenhuispatiënten. Tot die conclusie komen wetenschapsfilosoof Derksen en verpleeghuisarts de Noo. Hun onderzoek naar de zaak van de 44–jarige Haagse verpleegkundige die tot levenslang en tbs werd veroordeeld, heeft volgens Derksen diverse nieuwe, ontlastende feiten opgeleverd. De resultaten verschijnen vrijdag in boekvorm.
Derksen en De Noo onderzochten Lucia’s zaak omdat ze overtuigd zijn dat er „geen enkel concreet bewijs is dat haar schuld aantoont". „Zonder bewijs mag niemand veroordeeld worden. Zelfs bij enige twijfel mag iemand niet veroordeeld worden. Zo iemand is in een echte rechtsstaat ’onschuldig’". De twee zijn geen familie van De B. en komen niet uit haar vriendenkring, schrijven ze op hun website.De belangrijkste conclusie van de onderzoekers is dat de twee zaken die het gerechtshof in Den Haag gebruikte als motor achter de bewezenverklaring, geen moorden zijn. Derksen stelt dat bij de zes maanden oude Amber, die Lucia volgens het hof heeft vergiftigd met het hartmedicijn digoxine, helemaal geen sprake was van een vergiftiging. Het hof is volgens hem in die zaak onder meer afgegaan op tests die het onderscheid tussen digoxine en de lichaamseigen stof DLIS, die veel op digoxine lijkt, niet kunnen maken.
Bestudering van de documentatie wijst volgens Derksen en De Noo ook uit dat Lucia de zesjarige Ahmad niet heeft gepoogd te vergiftigen. Ze geven aan dat anderen fouten hebben gemaakt met zijn medicatie. Er zijn aan de jongen verschillende middelen tegelijk gegeven. Sommige in te grote hoeveelheden, andere gingen niet goed samen. Ahmad raakte in coma, knapte weer op en overleed een maand later, volgens de rechter ook door De B.’s toedoen.
De Noo en Derksen namen alle slachtoffers van Lucia onder de loep. In zeker acht gevallen dragen ze zaken aan die naar hun mening in de rechtszaal niet (voldoende) aan de orde zijn gekomen, of die volgens hen verkeerd zijn geïnterpreteerd. Verder stellen ze in ’Lucia de B. Reconstructie van een gerechtelijke dwaling’ dat de rechters van het hof uit vooringenomenheid alles zodanig hebben geconstrueerd dat Lucia wel als schuldige uit de bus moest komen.
Lucia de B. werkte tussen 1997 en 2001 als verpleegkundige in het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) en drie andere Haagse ziekenhuizen. Nadat het JKZ de dood van Amber op 4 september 2001 als niet–natuurlijk had aangemerkt, kreeg justitie De B. als verdachte in het vizier.
Zowel de rechtbank als het gerechtshof in Den Haag veroordeelde haar tot levenslange gevangenisstraf. Het hof veroordeelde De B. voor zeven moorden en drie moordpogingen. In alle gevallen ging het om ernstig zieke zeer jonge en zeer oude mensen. Behalve bij Amber gaven de ziekenhuizen bij al deze patiënten een verklaring van natuurlijk overlijden af.
De combinatie met tbs, die het hof aan de levenslange straf toevoegde, staat ter discussie. De Hoge Raad bepaalde eerder dit jaar dat het hof in Amsterdam een keuze moet maken: of levenslang of een tijdelijke celstraf met tbs. Het hof buigt zich op 29 juni over deze kwestie.
Na de uitspraak eind februari van de Hoge Raad, die niets op het bewijs aan te merken had, kreeg Lucia een beroerte. Momenteel is ze daarvan herstellende in de gevangenis.
Met behulp van de mogelijk nieuwe feiten en zienswijzen van Derksen en De Noo werkt Lucia’s advocaat Stijn Franken aan een herzieningsverzoek, om de zaak heropend te krijgen. Het is nog niet bekend wanneer hij dat verzoek doet.