Vaste groep in bijstand ongeschikt om te werken
DEN HAAG (ANP) - Sociale diensten worstelen met een vaste groep arbeidsongeschikten in de bijstand. Net als vorig jaar schatten de gemeentelijke instellingen in dat circa de helft van de mensen in de bijstand, ruim 160.000 man, daar nooit meer uitkomt.
Voorzitter Thissen van Divosa, de vereniging van directeuren van sociale diensten, zal donderdag staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken vragen om naar een oplossing te zoeken.In de WWB-monitor 2006 van Divosa, over twee jaar Wet werk en bijstand, tekent zich een tweedeling in het bestand van de bijstand af. Eind 2005 bedroeg het aantal bijstandsuitkeringen 328.000. Dat is 7,6 procent minder dan een jaar eerder. Maar net als vorig jaar constateren de sociale diensten dat ruim 160.000 van de bijstandstrekkers, ofwel 49 procent, nooit aan de slag zullen komen in een reguliere baan.
Verder heeft ruim 40 procent van het totale bijstandsbestand een ontheffing van de arbeidsplicht. Het merendeel, 60 procent, van deze ontheffingen is op medische gronden verstrekt. Thissen wil nader onderzoek naar deze groep laten verrichten en zo nodig een aparte status in de bijstand of daarbuiten invoeren. „Arbeidsongeschikten horen net zo min in de bijstand thuis als verborgen werkloosheid in de WAO”, stelt hij.
De voorzitter van Divosa wijst erop dat de WWB ervan uitgaat dat ieder mens in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. De klassieke sociale dienst bestaat niet meer, zo blijkt uit de monitor. Sinds de invoering van de WWB in 2004 zijn gemeenten financieel verantwoordelijk en is het aantrekkelijk om de kosten zo laag mogelijk te houden en zo veel mogelijk mensen aan het werk te krijgen.
„De bijstand is tegelijkertijd wel het laatste sociale vangnet”, stelt Thissen. Hij vraagt de landelijke politiek duidelijkheid over wat er moet gebeuren met mensen in de bijstand die geen perspectief op werk hebben. Volgens hem blijkt, onafhankelijk van economische ontwikkelingen, een constante groep van 100.000 tot 150.000 mensen sinds de jaren zeventig van bijstand afhankelijk.
Thissen: „Het is alsof je iemand zonder benen probeert te leren fietsen. Er zijn er die te weinig gewerkt hebben om genoeg premie betaald te hebben voor een WAO-uitkering en zo arbeidsongeschikt in de bijstand zijn beland. Moeten we accepteren dat er twee groepen in de bijstand zitten? Mensen met perspectief op werk en mensen die je desnoods via de sociale werkplaats of gesubsidieerde arbeid, alleen kunt helpen aan een fatsoenlijk inkomen.”