Nieuwe naam voor vergrijsd Zeist
Eigenlijk verandert er niets en toch gaat er heel wat veranderen. Vergrijsd Zeist en grijs Woudenberg moeten sinds vrijdagmiddag de naam ”Zeisterwoude” in het vizier houden. Die instelling kan nu of in de toekomst wel eens aanbellen met een aanbod voor zorg. Of met het gele autootje van de zorgalarmering voorrijden.
”Zeisterwoude” is de nieuwe naam voor twee oude bekenden: de Stichting Hervormd Bejaarden-Centrum Zeist en de Stichting Protestants Christelijke Ouderenzorg. Bij de eerste hoorden onder meer de Zeister verzorgingshuizen Mirtehof en Amandelhof, bij de tweede de dito instellingen De Looborch en het Woudenbergse Groenewoude. Sinds vrijdagmiddag vallen ze onder één ’holdingbestuur’, namelijk Zeisterwoude.
„Het was beter beide stichtingen te laten fuseren”, vertelt drs. A. Vorstelman RA, die vorig jaar december naast algemeen directeur G. A. van Voorden aan de directietafel van de Zeister zorginstelling aanschoof. „De oude structuur was lastig in de bedrijfsvoering en voor de belastingen”, aldus de directeur beheer.
Feitelijk vormden beide stichtingen al een eenheid, maar door de sterke binding van de Amandelhof en de Mirtehof aan de hervormde diaconie waren ze nog gescheiden. De grondslag en de namen van de verzorgingshuizen en wooncomplexen, Bladerkroon, Simarowa en Spathodea blijven ongewijzigd, benadrukken beide directieleden.
De nieuwe structuur verraadt de ambities van Zeisterwoude. Naast de werkstichting Zeisterwoude Woonzorgcentra bestaan er ook de stichting Zeisterwoude Extramurale Zorg en Zeisterwoude Zorg op Maat. Met deze zorg, zorg buiten de muren van een instelling, wil de instelling de boer op. „Ouderen willen tegenwoordig zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen”, stelt Van Voorden. „Vroeger woonden ouderen soms tientallen jaren in een bejaardentehuis. Nu is onze gemiddelde verblijfsduur drie à vier jaar. Wij willen dat mogelijk maken door onze extramurale zorg. Ik denk zelfs dat die werkstichting wel eens de grootste kan worden.”
Met deze zorg buiten de muren van de huizen wordt Zeisterwoude wel een geduchte concurrent voor de regionale thuiszorginstelling. Van Voorden erkent dat. „Maar we werken ook veel samen. Zij hebben echter last van wachtlijsten, terwijl wij over het algemeen goed aan personeel kunnen komen. Met onze zorg buiten de muren dragen we dus bij aan verkleining van de wachtlijsten in Zeist.”
Zeisterwoude heeft al fors wat ’buitenmuurse zorg’ in de aanbieding. Zevenhonderd oudere, zelfstandig wonende Zeistenaren zijn aangesloten op de zorgalarmering. Die staat 24 uur per dag klaar voor crisissituaties, maar rukt gemiddeld één keer per week uit en dan vooral ’s nachts. Verder organiseert de instelling dagactiviteiten in eigen én andere centra en is er een tafeltje-dek-je maaltijdendienst.
Die zorg wordt uitgebreid. Recent sleepte de instelling voor ruim 3,5 ton aan provinciale subsidies in de wacht. Een van de drie betreft de omvorming van de aloude bejaardenhuizen in wijksteunpunten voor ouderen.
Zo gaat verzorgingshuis De Looborch in 2003/2004 tegen de vlakte en wordt er een nieuw complex opgezet, inclusief sociale woningbouw en dure penthouses voor ouderen. Van daaruit zal Zeisterwoude zorg aan ouderen in de wijk eromheen leveren. „In dat geheel is ook plaats voor bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk”, aldus Van Voorden. Verder heeft de Zeister zorg plannen voor een informatiewinkel voor ouderen.
Van Voorden en Vorstelman zien de nieuwere vormen van zorg wel zitten. „Wij zijn sterk in niet-geplande zorg. Als vandaag de indicatie is gesteld, is er morgen zorg. Zeist is vergrijsd. En dat is business als zorgondernemer.”