Kerk & religie

„Meer bevoegdheid voor kerkelijk werker”

PUTTEN - Er moet in de kerk worden nagedacht over de vraag of de kerkelijk werker, die in het ambt staat, niet meer bevoegdheden moet krijgen. „Er moet gesproken worden over differentiatie van het predikantschap in die zin dat niet ieder dezelfde bevoegheden krijgt.”

Kerkredactie
31 May 2006 13:17Gewijzigd op 14 November 2020 03:48
PUTTEN – De Gereformeerde Bond hield dinsdag haar jaarvergadering. Aansluitend aan de huishoudelijke vergadering was er ’s avonds in de Aker in Putten een bezinningsavond over de ambten. Foto RD Anton Dommerholt
PUTTEN – De Gereformeerde Bond hield dinsdag haar jaarvergadering. Aansluitend aan de huishoudelijke vergadering was er ’s avonds in de Aker in Putten een bezinningsavond over de ambten. Foto RD Anton Dommerholt

Dat hield dr. H. de Leede, rector van het Theologische Seminarium van de Protestantse Kerk in Nederland, dinsdagavond de op de jaarvergadering aanwezige leden van de Gereformeerde Bond voor. Aansluitend aan de huishoudelijke vergadering was er ’s avonds in de Aker in Putten een bezinningsavond over de ambten. Op de bezinningsavond werden, voorafgaand aan de discussie, twee inleidingen gehouden. Dr. H. de Leede sprak over ”Drie gelijkwaardige ambten- hoe houdbaar is dit reformatorisch beginsel (nog)?” Hoofdbestuurslid drs. R. H. Kieskamp sprak over ”Het ambt in de kerk als gezag van het Woord”.Volgens dr. De Leede is het nodig in de kerk te komen tot een heroverweging van de „zogeheten gelijkwaardigheid van het ambt van dienaar des Woords en de ambten van diaken en ouderling.” De rector van het seminarium signaleerde gisteren dat er in de praktijk al een onderscheid is tussen de verschillende ambten. „Waarom wordt een predikant in het ambt bevestigd met handoplegging en de diaken en de ouderling niet? Waarom wordt een predikant voor het leven in het ambt bevestigd en zijn de beide andere ambten aan twee of drie termijnen gebonden?”

Ook pleitte hij gisteravond voor het toekennen van meer bevoegdheden aan de hbo-opgeleide kerkelijk werkers. Hij vroeg zich af of er niet nagedacht moet worden over het toekennen van de bevoegdheid van de sacramentsbediening aan de kerkelijk werker met preekbevoegdheid. „Maar dan moet hij wel in het ambt staan. Inderdaad, maar is dat voor de bediening van het Woord dan niet nodig? Woord en sacrament zijn toch één?” al dus de predikant. „Waarom mag een ouderling, of zeker de hbo-opgeleide kerkelijk werker die in het ambt staat, niet de sacramenten bedienen? Voor de prediking kun je nog zeggen dat je Hebreeuws en Grieks en verder op academisch niveau geschoold moet zijn. Maar dat kun je toch niet waarmaken ten aanzien van de bediening van de sacramenten?”

Ds. De Leede zei er dan ook voor te zijn om „de bevoegdheid tot de bediening van Woord en sacrament niet strikt te binden aan de universitair opegeleide dienaar des Woords. Wel aan het ambt, uiteraard. Wel in de eenheid van Woord en sacrament.” Volgens hem is het noodzakelijk dat de kerk nadenkt over differentiatie van het predikantschap „in die zin dat niet ieder dezelfde bevoegdheden krijgt.” Hij pleitte er ook voor dat de kerk „tegelijk zorg draagt voor de kwaliteitsbewaking van de wetenschappelijk opgeleide dienaar des Woords.”

Ds. Kieskamp hield de aanwezigen voor dat kerkelijk werkers nooit het predikantsambt mogen verdringen. Het ambt is volgens hem onopgeefbaar voor de kerk, want het Woord is onopgeefbaar. „Een kerk zonder ambtsdragers is als een zwembad zonder water. Het wordt droogzwemmen, omdat het Woord schaars is geworden. Het Woord gaat verdwijnen en de Geest trekt Zich bedroefd terug.”

Volgens de predikant mag de kerkelijk werker nooit de predikant van zijn plaats verdringen. Ds. Kieskamp: „Waar de predikant het te druk heeft, laat de kerkelijk werker daar volop worden ingeschakeld in taken toegesneden op de opleiding. Laat er op creatieve wijze wegen gevonden worden om kerkelijk werkers volop in te schakelen, doch niet ten koste van het ambt van predikant.”

Het centrale punt in de gereformeerde ambtsvisie is volgens hem dat het ambtsgezag staat of valt met het functioneren van het Woordgezag. „Woordgezag dat zijn hoogste vervulling vindt in het gezag van Christus waaraan gelovigen zich vrijwillig leren onderwerpen, als liefdedienst waarvan het juk zacht en de last licht is.”

Volgens de predikant zijn we er niet „als de kerken vol zitten, de jeugd betrokken is, de avondmaalsgang goed is. Hoe prima deze dingen op zich ook zijn, er is meer dat dieper gaat. Dat is dat we zout in onszelf zullen hebben en zout der aarde zullen zijn. Als dit weer volop ging functioneren, zou dat tegelijk veel onvolwassen vernieuwingsdrift tot kalmte brengen.”

Ds. Kieskamp pleitte wat de predikanten betreft voor een „zeer gedegen universitaire opleiding in de heilige godgeleerdheid van de Schrift, de geloofsleer en aanhangende vakgebieden. Naast toerusting is echter vorming nodig. En met vorming bedoelen we bewerkt te worden door het Woord in de smidse van de Geest.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer