Nieuw offensief VN tegen milities Oost-Congo
KINSHASA - Tijdens de laatste grootschalige militaire operatie in Congo tegen „enkele duizenden” overgebleven militieleden zijn zeven Nepalese vredeshandhavers (van de VN-macht in Congo Monuc) gegijzeld. Eén Nepalees is gedood, drie zijn gewond opgenomen in het ziekenhuis in de regionale hoofdstad Bunia.
Ondanks de inzet van het Congolese regeringsleger, dat wordt ondersteund door duizenden blauwhelmen die zijn uitgerust met moderne gevechtshelikopters en andere geavanceerde militaire middelen, lukt het niet om de laatst overgebleven milities en boevenbendes in de provincie Ituri te ontwapenen.Afgelopen zaterdag begon operatie Ituri Element III. Het is een volgende poging om lokale milities te dwingen „zich over te geven, hun wapens neer te leggen en te re-integreren in de maatschappij”, aldus de VN. Bij de oorlog om de vrede in het noordoosten van Congo zijn sinds begin dit jaar twaalf blauwhelmen gedood.
Het is onbekend hoeveel doden er zijn gevallen bij de milities, die voor grote delen uit kindsoldaten bestaan. Een woordvoerder van het Congolese regeringsleger geeft aan dat het moeilijk is om dat helder te krijgen. „Het gebied bestaat uit jungle. De doden kunnen overal liggen. Over een dag of drie zullen we er wel een aantal vinden als hun lichamen beginnen te ontbinden.”
Een groepje Nepalese blauwhemen raakte zondag geïsoleerd tijdens gevechten op zo’n 60 kilometer ten westen van Bunia. Versterkingen die per helikopter werden ingevlogen vonden één gedode en drie gewonde soldaten. Zeven anderen werden vermist. Later vertelde een Congolese priester dat hij de zeven blauwhelmen had gezien in gevangenschap van de militie FNL onder leiding van warlord Peter Karim.
De Monuc zegt niet te onderhandelen over de vrijlating van de blauwhelmen. Commandant Christian Houdet: „Ze moeten gewoon worden vrijgelaten. Wij houden Peter Karim persoonlijk verantwoordelijk voor hun welzijn. Vooral in de provincie Ituri lopen nog veel militieleden vrijelijk rond, mannen met veel bloed aan de handen. Zij doen wat ze willen. Ze stelen geld en verkrachten op grote schaal vrouwen. Wij zijn er om daaraan een eind te maken.”
Niet iedereen sluit zich zonder meer aan bij deze ferme taal van Houdet. De Nederlander Johan B. ten Hoeve geeft leiding aan het team van de hulporganisatie Medair met een hoofdkantoor in Bunia. Volgens hem hebben de blauwhelmen en het Congolese regeringsleger nog lang niet alle touwtjes in handen.
Ten Hoeve: „De afgelopen maanden hebben ze twee veldslagen verloren. De eerste keer werden het regeringsleger en de blauwhelmen min of meer verrast door de kracht van de milities. De tweede keer werd de aanval door regeringsleger en blauwhelmen veel beter georganiseerd. Toen leken ze te gaan winnen totdat de munitie opraakte en het regeringsleger onderling slaags raakte. Dat leger bestaat namelijk uit groepen die elkaar bestreden, voordat in 2003 een zogenaamd algeheel vredesverdrag werd getekend. Die vrede is blijkbaar nog maar flinterdun.”
Het verlies van de twee veldslagen heeft ertoe geleid dat juist grotere delen van het noordoosten onveilig geworden zijn. De huidige operatie Ituri Element III is slechts een nieuwe poging om Ituri zo veilig te krijgen dat ook inwoners van deze provincie in staat zijn om op 30 juli hun stem uit te brengen bij de presidentsverkiezingen. De eerste democratische verkiezingen ooit in het grote en potentieel rijke Afrikaanse land.
De angst bij internationale hulporganisaties in Congo is dat de dood van de Nepalese blauwhelm en de gijzeling van zeven anderen ertoe leidt dat Monuc minder slagvaardig optreedt tegen de milities, terwijl er juist een hardere aanpak nodig zou zijn.