„Onreinheid duidt op zondevloek”
KAMPEN - Welke betekenis hebben de reinheidsbepalingen in het Oude Testament? Ds. M. H. Oosterhuis, gereformeerd vrijgemaakt predikant in Ede, pleit ervoor de woorden ”rein” en ”onrein” opnieuw in te voeren in de verschillende theologische vakgebieden. De tegenstelling tussen rein en onrein gaat terug op de tegenstelling scheppingsheerlijkheid-zondevloek, betoogt hij.
Ds. Oosterhuis promoveerde woensdag aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen op een proefschrift met de titel ”Een rein hart: rituele reinheidsterminologie in spirituele contexten van het Oude Testament”. Promotor is prof. dr. G. Kwakkel.Het woord ”rein”, aldus ds. Oosterhuis, kan in de dogmatiek van betekenis zijn als kwalificatie voor Gods scheppings- en herscheppingswerk. Daarnaast kan het woord ”onrein” dienen als aanduiding van een van de aspecten van de zonde en van de doorwerking van de zonde in de schepping. In de ethiek kunnen ze een bijzondere dimensie aanduiden van de omgang met God en met Zijn schepping.
Volgens de promovendus zijn ”rein” en ”onrein” vooral inhoudelijke begrippen. „Rein is de exclusieve intrinsieke kwaliteit van Jahwes scheppingswerk. Het is gaaf, zonder enig spoor van vervuiling en daarom duurzaam (Psalm 12:7; 19:10). Jahwe schept daarin behagen. (Job 14:15).”
Onrein is wat deze kwaliteit niet bezit. Het gaat terug op de intrede van de zonde in de wereld en draagt ook de kenmerken van de vloek over de zonde: vergankelijkheid (Job 14:1 en 4) en onvruchtbaarheid (Ezéchiël 36:29). „Voor Jahwe is het een gruwel. De tegenstelling rein en onrein in de spirituele context gaat dan ook terug op de tegenstelling scheppingsheerlijkheid contra zondevloek.”
Een van de andere conclusies van het onderzoek is dat er geen aanwijzingen zijn dat Israël zijn bepalingen over rein en onrein ontleende aan omringende volkeren. Het zijn dus geen overblijfselen van ’primitief’ godsdienstige voorstellingen en vormen bij die volkeren, aldus de promovendus. „Het beeld dat uit de Bijbelse gegevens ontstaat is eerder dat de reinheidsbepalingen en voorstellingen bij Israël en bij de volkeren teruggaan op een gezamenlijke bron en dat elk daar een eigen weg mee is gegaan en een eigen ontwikkeling heeft doorgemaakt.”
Het doel van de reinheidsbepalingen in Israël is volgens hem vooral een middel om te blijven herinneren aan het kwaad van de zonde, aan de ernst van Jahwes vloek over de zonde en aan Jahwes afkeer van de gevolgen daarvan. „De bepalingen met betrekking tot rein en onrein willen voorkomen dat bij Israël in de dagelijkse realiteit van de gebrokenheid en ontaarding van het leven gewenning optreedt en acceptatie. Het volk wordt voortdurend herinnerd aan de vloek die de achtergrond is van alle gebrokenheid en mismaaktheid. Zo wordt het tevens gedwongen z’n hoop te vestigen op de verlossing van de vloek en op de herschepping, waarheen Jahwe met Zijn volk en Zijn wereld onderweg is.”