President onrustig Oost–Timor grijpt in
DILI (ANP/AFP) – Om een einde te maken aan het escalerende geweld op Oost–Timor, heeft president Xanana Gusmao dinsdag zijn macht uitgebreid. Hij kreeg speciale bevoegdheden zoals het bevel over de strijdkrachten.
Met de stap reageert Gusmao op confrontaties tussen ontslagen militairen en regeringstroepen, die inmiddels zijn ontaard in een bloedige bendeoorlog. De afgelopen dagen kwamen zeker twintig mensen om het leven.Gewelddadige jeugdbendes maakten zich dinsdag opnieuw op grote schaal schuldig aan plunderingen in de hoofdstad Dili. De jongeren roofden winkels leeg. Ook staken zij kleinere gebouwen en auto’s in brand.
De president kondigde aan de „noodzakelijke maatregelen te nemen om meer geweld te voorkomen". De bekendmaking volgt op twee dagen van marathonoverleg van het kabinet over de mogelijkheden om een eind te maken aan het bloedvergieten.
De president houdt de extra macht voor een periode van dertig dagen. De maatregel kan worden verlengd, mocht dat nodig zijn.
Gusmao was alleen verantwoordelijk voor de coördinatie met de 2500 man sterke, door Australië geleide internationale interventiemacht die de rust in Oost–Timor moet herstellen. Begin deze week leek het er nog op dat de onrust min of meer was bedwongen door de komst van honderden extra militairen die de internationale troepenmacht moeten versterken.
Australische militairen namen bij gewelddadige jongeren een groot aantal machetes en zelfgemaakte wapens zoals metalen pijpen in beslag. De bendeleden vinden echter steeds weer nieuw materiaal dat ze kunnen gebruiken voor het plegen van geweld.
Volgens Gusmao is zijn macht in nauw overleg met premier Mari Alkatiri vergroot. Regeringsleider Alkatiri zinspeelde er afgelopen weekeinde nog op dat de president het geweld mogelijk als argument zou gebruiken om hem te ontslaan. De ministers van Defensie en Binnenlandse Zaken moesten dinsdag al opstappen.
De Oost–Timorese minister van Buitenlandse Zaken en Nobelprijswinnaar Jose Ramos Horta noemde wijzigingen in de regering onoverkomelijk om de crisis te bezweren. Voor veel Oost–Timorezen is premier Alkatiri voor een groot deel verantwoordelijk voor de onlusten.
Het geweld brak uit nadat de premier in april zeshonderd soldaten uit het 1400 leden tellende leger naar huis had gestuurd. De betrokken militairen uit het westen van het arme land protesteerden tegen vermeende discriminatie. Zij voelen zich achtergesteld bij collega’s uit het oosten van land. De soldaten uit het westen menen dat ze minder promotiekansen hebben.