Tientallen doden bij gevechten in Colombia
In Colombia zijn van woensdag op donderdag zeker 52 doden gevallen bij meerdere gevechten tussen linkse rebellen en het leger.
Legerleider Jorge Mora zei dat er waarschijnlijk meer slachtoffers zijn gevallen, maar dat het nog niet mogelijk is geweest alle doden te bergen omdat de gevechten nog niet overal zijn afgelopen.
Onder de doden zijn twee politieagenten en een burger. Zij kwamen om bij een aanval van de guerrillabeweging FARC in Maito, 350 kilometer ten zuidwesten van Bogotá.
De bloedigste strijd werd gevoerd bij Oporapa, 350 kilometer ten zuidwesten van Bogotá, zei Mora. Hier kwamen minstens 29 FARC-rebellen om het leven. De militairen verloren veertien man bij een aanval van de FARC op een legerpost in de centrale staat Boyaca. Bij daaropvolgende gevechten in de buurt van Guica, 282 kilometer ten noordoosten van Bogotá, verloren de rebellen een onbekend aantal manschappen.
Bij kleinere, verspreide confrontaties kwamen ook vijf leden om van het ELN, de tweede guerrillabeweging van Colombia.
Op 7 augustus wordt Alvaro Uribe als president beëdigd. Hij won de verkiezingen met de belofte de rebellen militair uit te schakelen.
Deze week hebben overigens 28 Colombiaanse burgemeesters hun ambt neergelegd na het dreigement van de guerrillabeweging FARC aan alle 1.098 burgemeesters en 32 gouverneurs in het land dat ze zullen worden vermoord als ze niet opstappen. De strategie van de rebellen lijkt te werken. Sinds begin juni hebben al meer dan honderd burgemeesters uit angst voor hun leven hun ambt neergelegd.
Ook hebben zo’n 200 burgemeesters in gebieden waar de rebellen actief zijn en die weigeren op te stappen, hun kantoor verplaatst naar militaire bases. De regering van scheidend president Andres Pastrana heeft omgerekend ongeveer 100 miljoen euro uitgetrokken voor een betere beveiliging van hoge ambtenaren en belangrijke infrastructurele locaties, eveneens een geliefd doelwit van de rebellen.