Buitenland

Turkije gaat met verkiezingen onzekere tijd tegemoet

De Turkse premier Bülent Ecevit heeft het niet makkelijk. Zijn gezondheid laat al enkele maanden te wensen over en tot overmaat van ramp stapt de ene na de andere minister op.

12 July 2002 10:27Gewijzigd op 13 November 2020 23:41
ECEVIT
ECEVIT

Iedereen vraagt zich af hoe lang de bejaarde Ecevit, al spottend de zieke man aan de Bosporus genoemd, het nog volhoudt. Grote onenigheid is er binnen de regering over de hervormingen die vereist zijn voor de eventuele toetreding van Turkije tot de Europese Unie, zoals het afschaffen van de doodstraf en het toekennen van meer rechten aan de Koerden.

Minister-president Ecevit van Democratisch Links (DSP) is tegen een snelle toenadering tot de EU, maar er is binnen zijn partij een aantal leden dat er anders over denkt. Zij zijn het met name die in de aanval zijn gegaan. Zij willen zo snel mogelijk vervroegde verkiezingen, waarin de kiezer een oordeel moet vellen over de EU-politiek van Turkije. Die verkiezingen proberen ze te forceren door massaal op te stappen.

Donderdag kondigde Ismail Çem, de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, zijn aftreden aan. Daarmee zijn in amper een week tijd zes ministers vertrokken. Ook zo’n dertig parlementariërs van Ecevits partij Democratisch Links zijn opgestapt. Daardoor heeft de DSP nog maar 93 zetels in het 550 leden tellende parlement overgehouden en is ze niet meer de grootste partij in het parlement.

Deze politici hebben er moeite mee dat het parlement van eind juni tot begin oktober met reces is en daarom niet in de gelegenheid is nog allerlei zaken te verbeteren voordat de Europese Commissie op 16 oktober een zogenaamd vooruitgangsrapport over Turkije publiceert. Het liefst zien zij dat er begin september verkiezingen in Turkije plaatshebben.

De MHP, een coalitiegenoot van de DSP, staat zeer gereserveerd tegenover de EU. Vice-premier Bahçeli van de MHP zei vorige week: „De politieke criteria waar Turkije aan moet voldoen wil het de status van EU-kandidaat-lidstaat ontvangen zijn principes van de Koerdische separatistenbeweging PKK en kunnen niet worden vervuld.”

Om de zaak te traineren, opteert Bahçeli voor een stembusgang in november. Hij hoopt op die manier te voorkomen dat Turkije nog voor de EU-top in Kopenhagen vooruitgang kan boeken. Bahçeli is vastbesloten het parlement op 1 september voor een speciale zitting bijeen te roepen. Hij zal dan voorstellen voor 3 november verkiezingen uit te schrijven.

De 77-jarige Ecevit is sowieso tegen vervroegde verkiezingen. Nieuwe verkiezingen, is de algemene verwachting, zullen leiden tot een geheel andere machtsconstellatie en de nodige binnenlandse onrust.

Opiniepeilingen geven aan dat geen van de huidige regeringspartijen hoeft te rekenen op terugkeer in het parlement als er op dit moment verkiezingen worden gehouden. Moed putten zij uit het feit dat 42 procent van de ondervraagden nog geen keus heeft weten te maken.

Van een nieuwe stembusgang zouden vooral de partijen van de fundamentalisten, de rechts-extremisten en die de belangen van de Koerden behartigen profiteren. Dat zijn groepen die af willen van de bestaande orde. Ze weigeren de geldende staatsideologie, die is uitgedacht door de vader des vaderlands, Kemal Atatürk, te onderschrijven. Atatürk stond een seculiere eenheidsstaat voor ogen waarin alleen Turken wonen. Waarschijnlijk zullen deze partijen zich distantiëren van het Westen, waardoor een eventueel lidmaatschap van de Europese Unie uit het zicht verdwijnt.

Het hoogst bij de opiniepeilingen scoort de islamitische Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij. De partij is de opvolger van de verboden Welvaartspartij, die er midden jaren negentig ook al in slaagde de protestkiezers aan zich te binden. De partij kwam onder leiding van Necmettin Erbakan in 1997 aan de macht, maar moest een jaar later op bevel van het leger het veld ruimen.

Het is de vraag hoe de officieren zullen reageren op een terugkeer van de islamisten op het regeringspluche. De meeste fundamentalisten noemen zich islamitisch-democratisch. Tot dusver hebben ze zich aan de spelregels van de democratie gehouden, ook toen ze in de jaren negentig aan de macht kwamen.

Saillant detail: uit angst voor een te grote invloed van het leger zijn de fundamentalisten voorstander van toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Commentatoren menen dat de fundamentalisten op de lange termijn niet gemarginaliseerd kunnen worden en wel om de heel eenvoudige reden dat de Turkse bevolking bijna uitsluitend uit islamieten bestaat. En ondanks de scheiding tussen moskee en staat speelt de islam nu al een belangrijke rol in de maatschappij.

De rechts-extremisten worden niet echt gezien als een bedreiging van het systeem. Ze zitten immers momenteel al aan de regeringstafel. Als zij echter meer in de melk te brokkelen krijgen, wordt de deur naar Europa in het slot gegooid. In een EU-lidmaatschap zien zij nu eenmaal weinig.

Op binnenlands gebied wijzen de rechts-extremisten, nationalistisch als ze zijn, een compromis met de Koerden resoluut van de hand. De Koerden hebben de wapens aan de kant gelegd. Ze eisen, behalve economische steunmaatregelen voor het zuidoosten van Turkije, culturele rechten. De overheid staat die schoorvoetend toe. Stap voor stap wordt vooruitgang geboekt. Waarschijnlijk speelt hier druk uit Brussel een beslissende rol. Anderzijds lijken meer en meer politici en ook legerofficieren in te zien dat loyaliteit niet met geweld valt af te dwingen.

De burgeroorlog heeft 35.000 mensenlevens geëist. Geraamde kosten van de vijftien jaar oorlog: 100 miljard euro. Beide partijen lijken de strijd moe. Een akkoord moet mogelijk zijn, mits Ankara het beeld laat vallen van een Turkse eenheidsstaat met alleen Turken en de Koerden afzien van een eigen staat. Maar met de rechts-extremisten aan het roer wordt dat een moeilijke zaak.

Onzeker is wat een nieuwe regering met de economische saneringspolitiek doet die Ecevit heeft ingezet. De bejaarde politieke leider heeft zich met het oog op de instabiele economische situatie in het land en de wens om toe te treden tot de Europese Unie lange tijd verzet tegen vervroegde verkiezingen. Ook zou een lening van het IMF aan Turkije op losse schroeven komen te staan als er een politieke chaos ontstaat in het land. De regering-Ecevit kenmerkte zich door een consequent en gedisciplineerd economisch beleid. Dat was vooral de verdienste van de partijloze minister van Economische Zaken, Kemal Dervis.

Het staat nu al bijna vast dat de democratische hervormingen waarmee Turkije de weg naar de Europese Unie wilde effenen zullen worden stopgezet. Minister van Europese Zaken Mesut Yilmaz wilde in december tijdens de top in Kopenhagen een datum afspreken over het begin van de toetredingsonderhandelingen. Deze gedachte was sowieso al weinig realistisch, maar kan nu volledig worden vergeten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer