Iran snoert pers de mond in politieke crisis
Iran is in een nog diepere politieke crisis beland na het opstappen van de vooraanstaande geestelijke ayatollah Jalaluddin Taheri.
In zijn ontslagbrief veroordeelt hij de manier waarop het land wordt bestuurd. De Opperste Nationale Veiligheidsraad, een beleidsmakend orgaan voor belangrijke nationale kwesties, heeft de Iraanse pers uitdrukkelijk verboden erover te berichten. Dat heeft de BBC donderdag gemeld.
De strijd tussen hervormingsgezinden en conservatieven binnen het islamitische regime is door de richtlijn voor de pers op de spits gedreven. De Veiligheidsraad rechtvaardigt het verbod „om de kalmte, eenheid en nationale veiligheid in het land te bewaren.”
In de raad zitten sleutelfiguren uit alle takken van het bewind, onder voorzitterschap van de hervormingsgezinde president van Iran Mohammed Khatami. Maar de richtlijn is uitgevaardigd door het secretariaat van die raad, en dat staat onder leiding van een conservatief. Het is dan ook niet duidelijk of Khatami de zet van het secretariaat persoonlijk heeft goedgekeurd.
De grootste hervormingsgezinde krant Nourooz vertoonde donderdag grote blanco ruimtes waar artikelen waren gepland met reacties op het ontslag, waaronder een verklaring van 125 parlementsleden die ayatollah Taheri steunen.
Sommige conservatieve kranten hadden wel reacties op de ontslagbrief, maar die waren mogelijk al ter perse gegaan voordat de richtlijn woensdagavond laat werd uitgevaardigd.
In een artikel onder de kop „Hoe lang nog blijft deze wond onbehandeld?” schrijft commentator Abbas Abdi in Nourooz dat de staatsinstituten elkaar proberen uit te schakelen in plaats van samen te werken. De hervormingsgezinden hebben het presidentschap en het parlement in handen na massale verkiezingsoverwinningen, maar ze zijn hevig gefrustreerd door de macht van de onbuigzame minderheid die veranderingen tegenhouden waar ze al vijf jaar naar streven.
Het ontslag van Taheri heeft de aandacht verlegd van de steeds hardere strijd tussen hervormers en aartsconservatieven naar de rol van de geestelijkheid in de regering.