Binnenland

„We hebben de natuur niet in de hand”

DE WIJK - Jonge ooievaars hebben het moeilijk. Door de aanhoudende kou en regen krijgen de ooievaarsjongen het in de open nesten koud, raken ze verzwakt en gaan ze dood. „We hebben de natuur niet in de hand.”

Van onze verslaggever
30 May 2006 11:58Gewijzigd op 14 November 2020 03:48
DE WIJK – Ooievaarsjongen verkeren in zwaar weer. De kou zorgt voor meer doden dan andere jaren. Volgens het echtpaar Koopman van ooievaarsstation De Lokkerij in De Wijk bij Meppel beschermen de ouders hun jongen door meer op het nest te blijven. Proble
DE WIJK – Ooievaarsjongen verkeren in zwaar weer. De kou zorgt voor meer doden dan andere jaren. Volgens het echtpaar Koopman van ooievaarsstation De Lokkerij in De Wijk bij Meppel beschermen de ouders hun jongen door meer op het nest te blijven. Proble

Klappertanden kunnen de ooievaars niet, maar klepperen des temeer. Tussen de harde regenbuien door was het vanmorgen een komen en gaan van tientallen trekvogels in het ooievaarsbuitenstation De Lokkerij in De Wijk bij Meppel.Het echtpaar Koopman beheert het station al 25 jaar. Anderhalve week geleden werd het vrijwilligersechtpaar daarvoor geridderd in de Orde van Oranje-Nassau. Veel reden tot feestvreugde is er echter niet. Door de kou en de regen gaan meer jongen dood dan in andere jaren.

„Dit is een extreem storingsjaar. Juist met ons jubileum”, verzucht Koopman. „We hebben nu al acht dode jonkies gevonden, maar ik verwacht dat er nog een flink aantal bij zal komen. Ik schat dat we nu op een verlies van een kwart zitten. Normaal gesproken krijgen we in een jaar ruim honderd jonge ooievaars.”

De vrouw van Koopman laat in de bijkeuken een bak met bibberende beestjes zien. „Die komen uit een grondnest. We zetten ze lekker onder een lamp, zodat de diertjes kunnen opwarmen. Daarna mogen ze terug naar hun ouders.”

Het echtpaar laat de andere dieren in hun nest. „Afgelopen nacht was het slechts 6 graden”, weet de beheerder van het station. „Vooral als de jonkies nat zijn, is dat niet best voor ze. Maar we kunnen moeilijk na iedere regenbui de dieren gaan afdrogen. Het is te hopen dat ze voldoende eten hebben gekregen, want eten betekent energie. Daarom voeren we ze nu wel extra bij.”

De volwassen ooievaars passen hun gedrag aan het natte weer aan. „Dan blijven ze langer in het nest om hun kinderen warmte te geven. Maar het probleem is dan wel dat die daardoor weer minder voedsel kunnen krijgen.”

Hoewel Koopman het jammer vindt dat veel dieren doodgaan, blijft hij er nuchter onder. „Een storingsjaar hoort er bij. Een gezonde populatie moet daar tegen kunnen. Ook muizen en kerkuilen kennen zo’n storingsjaar.”

De weersvooruitzichten voor de komende dagen zijn iets gunstiger. Maar dat betekent volgens Koopman nog niet dat de problemen voorbij zijn. „Sommige dieren hebben door de kou een longontsteking opgelopen en leggen alsnog het loodje.”

Buiten trotseren een opa en oma met een klein joch in de buggy de regen. „Ons kleinkind wilde graag ooievaars zien”, lacht zijn opa. Van onder zijn paraplu lacht hij schalks. „Over twee maanden komt de ooievaar weer bij zijn ouders thuis.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer