Geen blower bij Nationale Recherche
DEN HAAG - Een agent die in zijn vrije tijd blowt, komt niet in aanmerking voor een vertrouwensfunctie bij de Nationale Recherche, al kan hij nog zo goed functioneren binnen zijn politiekorps.
Dit heeft de Raad van State in hoger beroep bepaald. Op verzoek van minister Remkes van Binnenlandse Zaken heeft de Raad van State een uitspraak van de Amsterdamse bestuursrechter van tafel geveegd waarbij een in Huizen wonende agent gelijk had gekregen.De Raad van State vindt dat de Amsterdamse voorzieningenrechter te veel op de stoel van de minister is gaan zitten. Volgens de hoogste bestuursrechtbank heeft de minister een grote beoordelingsvrijheid of een agent die in zijn vrije tijd in coffeeshops komt, een veiligheidsrisico vormt voor de Nationale Recherche. Deze dienst is belast met opsporing van georganiseerde criminaliteit, waaronder ook softdrugshandel valt.
De minister had de agent laten weten dat het blowen, waar de Huizenaar geen geheim van maakt, een probleem is omdat aan functies bij de Nationale Recherche zwaardere eisen worden gesteld aan integriteit en verantwoordelijkheid. De rechtbank in Amsterdam oordeelde dat de minister onvoldoende heeft aangetoond dat er een veiligheidsrisico bestaat. Het korps Amstelland/Amstelland, waar de agent werkt, heeft immers zelf aangegeven dat gebruik van softdrugs voor uitoefening van zijn huidige functie geen bezwaar is, aldus de rechtbank.
De Raad van State zegt hierover dat het aan de minister is en niet aan de huidige werkgever van de agent om te bepalen of er een belemmering is. De agent zelf zegt dat hij niet chantabel is, juist omdat hij open kaart speelt over zijn hasjgebruik.