Duitse ratten veroveren Limburg
Het aantal beverratten in Limburg groeit explosief. Belangrijke oorzaak voor de stijging is de invasie van ratten uit het naburige Duitsland, waar de beesten nauwelijks worden bestreden.
Limburg maakt zich ernstige zorgen, zo staat in het jaarverslag van de provincie. De elf Limburgse rattenvangers kunnen het werk niet meer aan. Daarom wil de provincie er twee bij. Tien jaar geleden werden in Limburg 300 beverratten gevangen. Vorig jaar waren dat er ruim 3700.
Beverratten graven gangen in dijken, kaden en oevers. Volgens landelijk coördinator rattenbestrijding J. Gronouwe in Den Bosch neemt hun verspreiding door heel Nederland toe, met name in de provincies Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en Zuid-Holland. In Nederland werden vorig jaar ruim 5300 beverratten gevangen, tegenover ruim 4900 het jaar daarvoor. In Limburg is de plaag het ergst. Gronouwe vreest dat die rattenplaag binnenkort heel Nederland zal teisteren, tenzij er snel structurele maatregelen genomen worden.
Ook het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen vinden een meer structurele bestrijding noodzakelijk. Met de betrokken ministeries wordt overleg over extra geld gepleegd.
De Duitse ratten vallen Limburg vooral binnen via de riviertjes de Swalm, de Niers en de Roer. De provincie heeft het rattenprobleem voor dit najaar op de agenda van de Nederlands-Duitse Grenswaterencommissie gezet.
De groei van het aantal ratten heeft volgens het jaarverslag ook te maken met de zachte winters en het vangstverbod tijdens de mkz-crisis. Bovendien heeft de vangst van ratten in Duitsland en België „geen hoge prioriteit meer”, aldus het jaarverslag.
De beverrat (Myocastor coypus) is, evenals de muskusrat, gevaarlijk is door zijn graafactiviteiten. De rat is tussen de 40 en de 60 centimeter lang en weegt 7 tot 9 kilo en. Daarmee is hij vijf keer zo zwaar als een muskusrat.
De zachte, dichte ondervacht van de beverrat vormt een commercieel belangrijke bontsoort. Rond 1930 werd het dier op tal van plaatsen in West- en Midden-Europa vanuit Zuid-Amerika ingevoerd en om zijn pels gefokt. De beverrat is vrij gemakkelijk te fokken omdat het een planteneter is en geen roofdier, zoals veel andere bontleveranciers. Zoals te verwachten was, wisten sommige exemplaren te ontsnappen, waardoor in veel streken in Europa, en zo ook bij ons, in de vrije natuur populaties ontstonden. Deze groepen verwilderde beverratten breiden zich in perioden met zachte winters gestaag uit, maar tijdens een strenge winter gaan de meeste weer dood.