Overspel
Wij overdenken deze tekst en lezen daarbij het gezegde van onze Zaligmaker dat de dagen van Noach weer zullen komen in de christelijke kerk (Matthéüs 24:37): Gelijk in de dagen van Noach… Mogen wij dan niet besluiten dat deze dagen beginnen te naderen, dat wij voorlopers van deze dagen beleven?
De wereld heeft nu niet één overspeler, maar duizenden die verwijfd en verzot zijn in hun wellusten. Zij kunnen niet anders teweegbrengen dan een versterving van de deugd en een uitblussing van alle hemelse gedachten. Dat maakt een mens zorgeloos en goddeloos. Een wijsgeer zei eens: „Er is geen dodelijker pest dan de wellust. Daaruit komen alle onheilen voort.”Hoe veel werk maken de mensen thans van overspel, hoererij. Hoe gaarne wordt alle ontucht bedreven. Dat is in deze dagen als spel geworden. Wat al dartelheid, zondige pracht, opschik en tooi. Men zou zich zonder het vrouwelijk geslacht te benadelen wel mogen afvragen wie nog blijk geeft dat hij de Heere vreest. Zijn het nu allemaal dochters der mensen? De meesten zien er wel zo uit!
Mensen, waar moet dit heen? Weet u niet dat dergelijke zonden toen de zondvloed hebben verhaast?
Johannes Beukelman, predikant te Alblasserdam (”Vervolgstoffen”, 1777)