„Laat kankerpatiënt maximaal twee weken wachten”
UTRECHT (ANP) – Specialisten moeten kankerpatiënten niet langer dan twee weken op een geneeskundige behandeling laten wachten. Dat is een stuk sneller dan de thans geldende norm voor wachttijden. Als de wachttijd van twee weken overschreden dreigt te worden, moet de arts dat vertellen en de patiënt verwijzen naar een ander ziekenhuis.
Dat schrijft hoofdinspecteur voor de curatieve gezondheidszorg van de Inspectie voor de Gezondheidszorg Patrick Edgar in het vakblad Medisch Contact van deze week. Hij vraagt zich af of voor patiënten met andere levensbedreigende ziekten, zoals ernstig hartfalen, niet ook kortere wachttijden moeten gelden.De hoofdinspecteur haalt in zijn artikel een voorbeeld aan van een inmiddels overleden jonge patiënt met longkanker die op een wachtlijst stond. Toen de patiënt aan de beurt was, was de tumor zo groot dat de patiënt niet meer geopereerd kon worden.
Uit recent onderzoek blijkt bovendien dat longtumoren zo snel mogelijk na de chemokuur met radiotherapie behandeld moeten worden, omdat de kuur anders averechts werkt en de tumor sneller groeit dan wanneer deze niet met chemo was behandeld.
De inspectie heeft specialistenverenigingen gevraagd om met nieuwe normen voor wachttijden te komen, maar die kwamen er niet. Edgar pleit daarom voor het naleven van het advies van de signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding. Die stelt dat patiënten met levensbedreigende ziekten na doorverwijzing door de huisarts binnen vijf dagen bij een specialist terechtkunnen. Daarna moet binnen tien dagen tot behandeling zijn besloten, die vervolgens binnen vijftien dagen daarna moet worden begonnen.