Die doet samen met een ex–rijksrechercheur onderzoek naar de nooit opgeloste moord, omdat justitie volgens hem daarbij steken heeft laten vallen. Nawijn weigert zijn informatie echter aan het OM te geven. Volgens Donner kan daarom niet worden nagegaan of er wellicht nieuwe feiten zijn.Over de nog niet onderzochte feiten waarover diverse media op basis van uitlatingen van Nawijn berichtten, bestaat volgens Donner geen twijfel: die zijn wel degelijk onderzocht en dus niet nieuw. De 16–jarige Vaatstra uit het Friese Zwaagwesteinde werd zeven jaar geleden verkracht en vermoord.

Nawijn had Donner gevraagd of hij alsnog opdracht wil geven voor een groot DNA–onderzoek. Maar daar voelt de minister niets voor. In de zaak–Vaatstra is al meermalen gericht DNA–onderzoek verricht. De eerdere argumenten om geen groot DNA–onderzoek onder de bevolking te houden, gelden nog onverkort, aldus Donner.

Volgens Nawijn en de ex–rijksrechercheur bestaan er nog enkele andere open einden in het onderzoek. Zo beweren ze dat drie politiemensen hebben geweigerd mee te werken aan DNA–onderzoek. Maar dat klopt niet. De mogelijkheid om DNA–materiaal af te nemen bij politiemensen die bij het onderzoek zijn betrokken, is volgens Donner wel besproken maar niet uitgevoerd.

Ook bestaat er voor het OM geen aanleiding om nader onderzoek te doen naar sporen van een fiets en handboeien. Het bandenspoor op de plaats van de moord leek op dat van de band van de gevonden fiets, maar was niet hetzelfde. Het OM heeft ook diverse mogelijke bindmiddelen onderzocht, waaronder handboeien. Maar ook hier gaat het volgens Donner niet om een open einde.