Uit haar onderzoek blijkt dat psychische problemen bij de ouders vóór de bevalling van invloed zijn op het gedrag van baby’s na de geboorte. „Dat behalve moeders ook vaders hun depressieve klachten kunnen overdragen, wisten we nog niet”, zegt Van den Berg.Opvallend is volgens de onderzoeker dat de depressieve klachten van de vader een groter effect lijken te hebben op jongens dan op meisjes. „Zoontjes van depressieve vaders vertonen bij zes maanden vaker angstig gedrag.”

Engelse onderzoekers kwam al voor Van den Berg tot vergelijkbare bevindingen. „Maar uit hun onderzoek viel niet op te maken of de ouders het kind hadden beïnvloed of andersom.”

De ouders uit het onderzoek van Van den Berg kampten al ruim voor de bevalling met psychische klachten. „Ze zijn geënquêteerd in de twintigste zwangerschapsweek.”

Hoe de depressie van vaders precies wordt doorgegeven, is nog onduidelijk. „Nader onderzoek is gewenst”, vindt Van den Berg.

„Angst en depressie zijn in sterke mate erfelijk. Vaders dragen voor 50 procent bij aan de genen van hun kind. Om een moeder met depressieve klachten goed te kunnen behandelen, moet je ook zicht hebben op eventuele problemen van de vader. Laat je die buiten beschouwing, dan is het terugvalrisico groot.”

De baby’s uit het onderzoek van Van den Berg maken deel uit van een onderzoeksgroep van bijna 10.000 kinderen. Door een team van onderzoekers worden zij van de zwangerschapsperiode tot aan de volwassenheid gevolgd. Doel daarvan is het eerder herkennen van ziekten, symptomen en problemen. Ook de verdere ontwikkeling van angstig gedrag kan in kaart worden gebracht.

Voordat daarover meer bekend is, hoopt Van den Berg dat haar collega’s het welzijn van de vader rond de bevalling expliciet aan de orde zullen stellen. „Op de langere termijn zou je een vorm van screening kunnen overwegen, waarbij je ouders met psychische klachten op een bepaalde manier begeleidt.”

Uit een psychiatrisch thuisonderzoek bij duizend Rotterdamse ouders blijkt dat zo’n 20 procent van alle vrouwen in haar leven ooit met depressie klachten kampte. Bij de mannen was dat ongeveer 10 procent.