Rechter spreekt niet van schandaal
AMSTERDAM - De rechter gaf de ex-Aholdtop er maandag flink van langs, maar legde uiteindelijk een relatief milde straf op. De Nederlandse bevolking mort.
Ongelooflijk laag. Zo noemde directeur Peter Paul de Vries van de Vereniging van Effectenbezitters de straf voor de ex-Aholdtop. „Een voorwaardelijke celstraf betekent niets. Pas als ze nog een keer in de fout gaan, verdwijnen ze achter de tralies. Die kans is nihil.”De Vries vertolkt daarmee de mening van het merendeel van de Nederlanders. Uit een peiling van Maurice de Hond blijkt dat 54 procent de straffen te laag vindt, 23 procent kan zich wel in de uitspraak vinden.
Ruim 80 procent van de luisteraars van het radioprogramma Stand.nl was het eens met de stelling ”De straffen voor de voormalige Aholdtop zijn te laag”. Uit een peiling op www.refdag.nl vorige week bleek dat een grote meerderheid voorstander is van celstraffen.
De rechter oordeelde maandag anders. De meervoudige kamer vindt de bewezen feiten ernstig, „maar niet zodanig dat slechts een vrijheidsbenemende gevangenisstraf in aanmerking komt.”
De rechtbank neemt bijvoorbeeld nadrukkelijk afstand van de term boekhoudschandaal. Volgens de rechter gaat de veel gemaakte vergelijking met boekhoudschandalen bij het Italiaanse zuivelconcern Parmalat en de Amerikaanse energiegigant Enron mank. „Want er is bij Ahold geen sprake van een valse balans of resultatenrekening onder de Nederlandse boekhoudregels.” De rechter nuanceert daarmee de hype rond het drama.
De vergelijking met Amerikaanse strafmaten gaat hem ook veel te ver en hij schuift de mening van het openbaar ministerie op dit punt terzijde.
Verder heeft de rechtbank geen bewijzen kunnen vinden dat de voormalige Aholdtop uit was op persoonlijk gewin. Ten slotte wil de rechtbank geen expliciet verband leggen tussen de strafbare feiten en de val van de aandelenkoers in februari 2003.
Ondanks al deze afzwakkingen, oordeelt rechter Bauduin wel hard over het optreden van de topmannen. Zo noemt hij de briefjes waarmee Ahold zeggenschap wilde claimen bij dochterbedrijven vals. Valsheid in geschrifte acht de rechter dan ook bewezen, evenals misleiding van de accountant. Immers, de tweede zogeheten side-letter hielden de heren achter voor de accountant.
De bestuurders hebben daarmee het vertrouwen van werknemers, klanten, beleggers en huisaccountant geschonden. En dat jarenlang. „Het is volstrekt ongeloofwaardig dat het, bij een grote partij als Ahold, is gegaan zoals verdachten beweren.”
De ex-topmannen gaven leiding aan het valselijk opstellen en ondertekenen van de frauduleuze brieven, zo meent de rechtbank. Sterker nog: door na te laten maatregelen te nemen nam Van der Hoeven bewust het „aanmerkelijk” risico dat een soortgelijke gedraging zich nog een keer zal voordoen, hetgeen ook is gebeurd.
Deze uitspraak van de rechter is van belang, zo meent Pieter Lakeman van Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie. „Een bestuursvoorzitter wordt erkend als feitelijk leidinggevende, hij kan zich niet verschuilen. Dat is winst. Ik heb het OM gefeliciteerd met de uitspraak.”
Of het OM blij is met deze gelukwensen valt te bezien. De officieren van justitie wilden een daad stellen in deze unieke zaak. De milde straffen ondergraven de signaalfunctie. Het merendeel van de Nederlandse bevolking pikt in ieder geval een heel ander signaal op.