Kokkelvissers willen schadevergoeding
DEN HAAG - De Zeeuwse kokkelvissers eisen dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit open kaart speelt en een in 2004 verleende, maar door de Raad van State geblokkeerde visvergunning, alsnog intrekt.
Als dat gebeurt hopen de kokkelvissers sterker te staan in een juridische slag om een fikse schadevergoeding. De vissers claimen namelijk 80 miljoen euro schadevergoeding van minister Veerman, omdat ze niet langer in de Waddenzee mechanisch op schelpdieren mogen vissen. De schade is volgens hen het gevolg van de vergunning die minister Veerman in 2004 verleende voor kokkelvisserij in de Waddenzee. Later blokkeerde de Raad van State die vergunning, omdat de milieubeweging bezwaren had.De beroepszaak maandag in Den Haag was waarschijnlijk de laatste zaak over deze laatste door LNV verleende vergunning om in de Waddenzee op kokkels te mogen vissen. Vorig jaar nog stelde het hoogste bestuursrechtscollege verschillende milieugroeperingen in het gelijk die tegen de vangst procedeerden. Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, de Vogelbescherming Nederland, de Faunabescherming en de stichting Wilde Kokkels vonden dat minister Veerman de laatst verleende vergunning voor het seizoen 2004 nooit had mogen uitgeven. Met die vergunning wilden de kokkelvissers 2004 maximaal 8 miljoen kilo kokkelvlees uit de Waddenzee opvissen.
De Raad van State verbood de vissersvloot destijds uit te varen en stelde dat niet uitgesloten kon worden dat de kokkelvisserij belangrijke nadelige gevolgen heeft voor het natuurgebied in de Waddenzee.
Sindsdien proberen de vissers de omzetschade op de Nederlandse overheid te verhalen. Met het proces van maandag hopen de vissers dat de Raad van State meegaat in de redenering dat de minister destijds een ondeugdelijke vergunning heeft afgegeven en dus verantwoordelijk is voor de schade. De Raad doet binnen enkele weken uitspraak.