Scheveningen herdenkt Alida en Luctor et Emergo
SCHEVENINGEN - Bij de jaarlijkse herdenking van omgekomen zeelieden in Scheveningen staan vrijdag de opvarenden van de SCH 31 Alida en de SCH 238 Luctor et Emergo centraal. De Alida verging in 1973 en is daarmee het laatste schip dat nooit meer is teruggekomen in de Scheveningse haven.
De herdenking, georganiseerd door de Vereniging Herdenking Scheveningse Zeelieden (VHSZ), bestaat zoals altijd uit een kranslegging bij het monument aan de Kanaalweg, gevolgd door een herdenkingsbijeenkomst in de Oude Kerk van Scheveningen en een kranslegging bij het vissersmonument aan de Kalhuisplaats.De vereniging vindt het belangrijk dat deze plechtigheid voor Scheveningen in ere wordt gehouden. Voorzitter Willem Taal: „Voor iemand die zijn geliefde op zee heeft verloren, is er geen graf waar hij of zij naartoe kan gaan. Door het ontbreken van zo’n tastbaar bewijs blijft het gemis vaak een leven lang knagen. Er zijn voorbeelden mensen die nog jaren nadat de dominee hun de onheilstijding bracht, meenden dat hun familielid op een dag naar huis zou terugkeren. Vrouwen en kinderen van omgekomen zeelieden liepen soms jaren in de rouw. Hun vertrouwen op God was vaak het enige dat hen staande hield.” Volgens de vereniging is de jaarlijkse herdenking in Scheveningen een moment van troost geworden, een gelegenheid waarbij mensen hun verdriet kunnen delen.
Dit jaar stelt de vereniging twee vergane schepen centraal: de Alida en de Luctor et Emergo. De opvarenden en eigenaren van de kleine kotter Alida, Jan van der Harst en Leen Roeleveld, kwamen in 1973 om toen hun schip voor de kust van Noordwijk kapseisde bij het vissen. Roelevelds vrouw en haar twee zoons zullen vrijdag een krans leggen. Twee zussen van Jan der Harst hopen ook bij de plechtigheid aanwezig te zijn. Via een oproep in de Scheveningse Courant werden zij in IJmuiden opgespoord. Door voor de Alida te kiezen hoopt de vereniging dit jaar veel Scheveningers te betrekken bij de herdenking. Taal: „Velen kunnen zich nog herinneren dat de Alida verging.”
De Luctor et Emergo verging in 1918, waarschijnlijk doordat het schip op een mijn liep. Een kleinzoon van een van de acht omgekomen opvarenden zal de zeelieden met een krans herdenken. Taal: „Het merendeel van de Scheveningse slachtoffers viel in de Eerste Wereldoorlog. Maar ook recenter zijn er zeelieden omgekomen, zoals bij de Alida.”
VHSZ-secretaris Dicky van Hoeken-Roeleveld wijst in dat verband op het toenemend aantal incidenten met jachten op de Noordzee: „Ongelukken met viskotters gebeuren niet vaak meer, maar hoeveel jachten gaan er tegenwoordig niet de zee op waarmee wat gebeurt? Vorige week is er nog iemand omgekomen bij een zeilrace om de wereld.”