Dekker in beroep tegen uitspraak woningbouwcorporatie
MAASTRICHT/DEN HAAG (ANP) – Minister Dekker (Volkshuisvesting) gaat in beroep tegen de uitspraak van de rechtbank in Maastricht van maandag. Deze bepaalde dat woningbouwcorporaties huizen mogen bouwen in het buitenland.
Aanleiding voor de rechtszaak was een hoog opgelopen ruzie tussen het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) en woningstichting Servatius.Minister Dekker had de Maastrichtse woningbouwstichting in februari verboden verder te gaan met een woningbouwproject in het Belgische Luik. De rechtbank acht het verbod in strijd met het Europees Verdrag. Minister Dekker is echter van mening dat corporaties een publieke taak in Nederland hebben en niet in het buitenland. Zij gaat daarom in hoger beroep bij de Raad van State, zo liet haar woordvoerder weten.
Het ministerie verbood Servatius het woningbouwproject in Luik omdat woningbouwverenigingen alleen bij hoge uitzondering in het buitenland mogen bouwen, aldus de minister. De rechtbank stelde vast dat de minister niet in staat was aan te geven waarom het verbod aan Servatius om over de grens te bouwen ’noodzakelijk’ en ’proportioneel’ zou zijn.
Volgens brancheorganisatie Aedes biedt die ruimte voor een ’relatief verbod’ op bouwen in het buitenland, en daarmee voor de mogelijkheid om te bouwen voor aangrenzende woningmarkten. „Wij zijn er niet voor om corporatievermogen van Portugal tot Polen in te zetten. Maar wij geven de minister het dringende advies om aan te sluiten op de beleving van woningcorporaties dat de woningmarkt niet ophoudt bij de landsgrenzen", aldus Aedesdirecteur Peter Boerenfijn.
De rechter vonniste in het voordeel van Servatius door te wijzen op de vrijheid van kapitaalverkeer in Europa. Die telt zwaarder dan de nationale wetten, zo oordeelde de rechter. Met het ongegrond verklaren van het verbod op de woningbouwactiviteiten in België, verwacht Servatius–directeur Leks Verzijlbergh dat de minister een boete van maximaal 2,6 miljoen euro zal opheffen.
Minister Dekker vindt echter dat een uitzondering op het vrij verkeer van kapitaal gemaakt moet worden. Want, zo stelt zij, het gaat om een publieke taak in Nederland met maatschappelijk gebonden geld. De minister wijst er op dat de corporaties bij hun verzelfstandiging een bruidschat hebben meegekregen die was bedoeld om Nederlandse woningzoekenden te huisvesten.
Rond Maastricht spelen de nodige problemen op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu. Samen met de Belgische gemeenten Riemst en Lanaken vormt Maastricht in feite een stedelijke regio. „Alleen loopt daar een landsgrens doorheen die voor talloze problemen zorgt", liet de gemeente Maastricht in december weten. Hij pleitte toen voor sociale woningbouw in de Belgische buurgemeenten door Maastrichtse woningbouwcorporaties. Volgens hem is dat nodig omdat bijna een kwart van de inwoners van de twee Belgische gemeenten uit Maastrichtenaren bestaat. Bovendien drijven die Nederlanders de grond– en woningprijzen op en drukken ze de Belgen, vooral jongeren, uit de woningmarkt.
Met het vonnis in de hand is volgens Verzijlbergh de weg vrij om plannen voor woningbouw in Lanaken, Riemst en Visé verder uit te werken. „Met een aantal van deze plannen richten wij ons met name op de starters op de woningmarkt, als aanvulling op de woningbouw in Maastricht. Gemiddeld zijn er nog steeds duizend nieuwe inschrijvingen per kwartaal bij het Woningburo Maastricht, waarvan zo’n 60 procent starter is", schetste de directeur de problemen op de Maastrichtse woningmarkt.