De door de Verenigde Staten geleide buitenlandse troepenmacht in het land begon de aanval laat op zondagavond. Gevechtsvliegtuigen vielen daarbij een dorp aan, Azizi, waar zich talibanstrijders zouden schuilhouden.Een Amerikaanse militaire zegsman bevestigde dat de aanvallen in de ochtend van maandag zijn afgerond. Een woordvoerder voor de gouverneur van de provincie Kandahar zei dat meer dan zestig talibanstrijders zijn gedood.

Het was de tweede aanval in een week tijd in dit gebied niet ver van de stad Kandahar. Het plaatselijke ziekenhuis meldde dat er vijftien gewonde burgers zijn opgenomen. Maar waarnemers vrezen dat er door het ontoegankelijke terrein mogelijk meer gewonden zijn die de 35 kilometer naar het ziekenhuis niet hebben kunnen afleggen.

In de afgelopen vijf dagen zijn in zuidelijk Afghanistan voorafgaand aan de luchtaanvallen van maandag zeker 120 strijders, bijna dertig Afghaanse militairen of politie–agenten, een Amerikaan, een Canadees en twee Fransen – allen militairen – gedood. Veertig militante strijders zijn aangehouden volgens militaire zegslieden.

De extremistische taliban wisten in de jaren negentig vrijwel heel Afghanistan in hun macht te krijgen. De overwegend Pathaanse strijders kregen daarbij steun van stamgenoten en autoriteiten over de bergachtige grens in Pakistan. Nadat de VS eind 2001 een einde hadden gemaakt aan het bewind van de taliban, trokken veel strijders zich in de bergen terug. Daar vandaan bestoken ze nog steeds het nieuwe regime en de buitenlandse troepen die dat ondersteunen.