Die maatregel, die alleen in Europese verband kan worden aangepast, is om verschillende redenen ingevoerd. In de eerste plaats om te voorkomen dat er vlees van runderen met de gekkekoeienziekte BSE in de voedselketen komt, maar ook tegen de verspreiding van dierziekten. Daarnaast is het een sanctie om een goede administratie van de veestapel af te dwingen.BSE is echter op haar retour. Volgens Veerman is het aantal gevallen in Nederland en andere lidstaten sterk teruggedrongen, en daarmee het aantal te traceren groepen dieren. Dat zou mede reden moeten zijn voor versoepeling van de sancties.

Volgens een overzicht op de website van het ministerie zijn in Nederland tot nu toe 82 BSE–gevallen geteld; het eerste werd in 1997 vastgesteld op een boerderij in Wilp en het jongste in Dintelland in maart, beide dus in Overijssel. Het gros van de gevallen viel in 2002 en 2003.

Het doden van levende dieren maakt veel emoties los. Veerman schrijft dat het „alleen in uitzonderlijke situaties” voorkomt. Betrokken boeren krijgen de kans om de fout te herstellen. In de praktijk krijgen ze daarvoor langer de tijd dan de wettelijk voorgeschreven twee dagen.

Vorig jaar zijn zo bij bedrijfscontroles 1100 runderen aangetroffen die via de administratie alsnog konden worden geïdentificeerd. Bij driehonderd runderen lukte dat niet en die moesten worden vernietigd.