„Dit is een nuttige week geweest voor pogingen om het proces dat de vredesakkoorden hebben losgemaakt, gaande te houden", aldus de bewindsman tijdens een persconferentie in Den Haag. Vooral ten aanzien van de precaire voedselsituatie in Darfur is volgens Zoellick belangrijke vooruitgang geboekt.Zag het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties zich eind april nog gedwongen de rantsoenen voor slachtoffers te halveren, deze week moeten de niveaus teruggebracht zijn naar 85 procent, aldus de onderminister. Voedselhulp uit de VS, Canada en – belangrijker nog – uit Khartum heeft dat volgens hem mogelijk gemaakt.

Het regime in Sudan heeft 20.000 ton voedsel gestuurd. De EU zou wat hem betreft niet achter mogen blijven.

Een andere positieve ontwikkeling die Zoellick heeft waargenomen, is de aankondiging van Khartum dat het de reisrestricties voor hulporganisaties zal opheffen. „Dat is iets waar we allemaal op aangedrongen hebben". Ook de waarschuwing van Sudan aan stamhoofden en hun milities de vredesakkoorden na te leven, geeft Zoellick reden tot optimisme.

Het hele proces verkeert echter nog wel in een kritieke fase en verworvenheden moeten een stevig fundament krijgen. „We moeten de missie van de Afrikaanse Unie (AU) versterken, we moeten een VN–vredesmacht op zijn plaats krijgen, we moeten er voedsel krijgen", zei de nummer twee van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Ten aanzien van de VN–vredesmacht voor Darfur ziet Zoellick geen grote rol weggelegd voor Nederlandse of andere westerse troepen. De kern moet worden gevormd door militairen van de AU–missie, versterkingen moeten vooral in Afrika, Azië en in minder mate in de Arabische wereld worden gevonden.

Nederland kan naast de in september geplande donorconferentie voor Darfur vooral in NAVO verband zijn steentje bijdragen, aldus de minister. Het bondgenootschap zal totdat er een volwaardige VN–missie is vooral de AU–strijdmacht op het gebied van planning en logistiek moeten ondersteunen, meent hij.