„Kinderarbeid werkt armoede juist in de hand”
DEN HAAG - Ze was eind vorige week even in Nederland om het 25-jarige jubileum van de Landelijke India Werkgroep luister bij te zetten: Shanta Sinha. Sinds 1992 trekt zij met haar stichting M. V. Foundation (met 86.000 vrijwilligers) ten strijde tegen kinderarbeid in India.
Sinha heeft nog een lange weg te gaan, want naar schatting 100 miljoen kinderen -van 12 tot 18 jaar of jonger- werken in India dag in dag uit voor een schamel loontje.De school hebben deze kinderen nog nooit van binnen gezien, of ze zijn er na een tijdje verdwenen. En het gekke is dat de Indiase regering daar nauwelijks moeite mee schijnt te hebben. Kinderarbeid is in India namelijk alleen voor bepaalde sectoren wettelijk verboden. Sinha: „Werk in de landbouw -nog altijd 80 procent van al het werk in India- valt niet onder het verbod. Verder geldt dat alleen werken voor een vreemde werkgever verboden is. Werkt een kind voor iemand uit zijn familie, dan is dat toegestaan.”
Daar wordt gretig misbruik van gemaakt, weet Sinha. „Toen de wet van kracht werd, verhuisden de weverijen in de tapijtindustrie -waar veel kinderen werken- naar de huizen van de arme families. Zo konden de te werk gestelde kinderen aan de slag blijven.” Sinha zegt dat slechts 10 procent van alle kinderarbeid onder het wettelijk verbod valt.
De Indiase ziet de laatste jaren zelfs een toename van kinderarbeid in haar land. „Veel werk dat eerder door vrouwen werd gedaan, is nu overgenomen door kinderen: die zijn goedkoper, werken langer door en zijn gemakkelijker in te zetten. In de bouw zie je ook meer kinderen dan voorheen. In steenhouwerijen en in de mijnbouw ook. En dan is er nog de katoenteelt, waar tal van kinderen de handjes uit de mouwen steken. Hetzelfde geldt voor de aquacultuur, kwekerijen van garnalen.”
Grote groepen kinderen trekken zelfs van het ene deel van India naar het andere om in fabrieken of op het land te werken. Anderen zorgen thuis voor het vee en de schapen van de familie.
Hogere lonen
Het argument dat altijd wordt gegeven om kinderarbeid toe te staan, is armoede. De kinderinkomsten zouden nodig zijn voor de ouders. Maar volgens Sinha is armoede juist een gevolg van kinderarbeid. „Zodra kinderen niet meer beschikbaar zijn voor werk in de fabriek, ontstaat er dringend behoefte aan volwassen arbeiders. Maar die zullen weigeren om voor een kinderloon te komen werken en zullen een vier keer zo hoog salaris eisen. Dat betekent: meer welvaart voor de families. Dus juist omdat kinderen werken, is er sprake van armoede.”
Sinha weet uit ervaring dat ook arme ouders hun kinderen graag naar school sturen, maar ze weten simpelweg niet hoe dat moet. „Gebrek aan vertrouwen in en kennis van het schoolsysteem vormt de drempel en niet de armoede. Alleen al een aanmeldingsformulier halen en invullen, of een toelatingstest doen, is veel te ingewikkeld voor deze vaak analfabete ouders.”
Hoe het komt dat het basisonderwijs zo slecht is aangepast aan de omstandigheden in de dorpen? De Indiase elite is niet echt in kinderen geïnteresseerd, zegt Shantia. „Er heerst in onze samenleving in het algemeen geen klimaat waarin het kind centraal staat.”
Onderwijs is in India niet verplicht, en daarmee is het land een uitzondering in de wereld. Onderwijs is sinds 2002 wel een grondrecht, dus ouders kunnen naar de rechter stappen en vragen om onderwijs voor hun kinderen, maar in de praktijk van alledag werkt zo’n gang doorgans niets wezenlijk positiefs uit.
Sinha: „De bottleneck zit niet op dorpsniveau - ouders zijn er wel van te overtuigen dat hun kinderen op school horen te zitten. Het probleem is de gevestigde orde, bijvoorbeeld de ambtenaren en bestuurders op staatsniveau. Onze vraag naar meer scholen, meer docenten en beter lesmateriaal worden door deze lieden steevast weggewuifd met het argument dat armen toch niet naar school komen.”
Intussen zijn de vrijwilligers van de M. V. Foundation actief in het weghalen van kinderen uit de werkplaatsen en ze op scholen te plaatsen. „We organiseren in dorpen debatten over de vraag of kinderen niet op school horen te zitten. Via dit proces van discussie en overleg hebben we inmiddels toch zeker 400.000 kinderen uit de fabrieken en akkers gehaald en naar school gestuurd.”
Kinderen boven de acht jaar verblijven eerst een jaar in een zogenaamd overbruggingskamp. Door de achterstand die ze hebben worden ze op een gewone school niet aangenomen, dus worden ze eerst door Sinha’s medewerkers bijgespijkerd.
Groeicijfers
Nu India alom in de wereld respect afdwingt vanwege de hoge economische groeicijfers, zou je verwachten dat de armen in het land -en dus ook hun kinderen- gaan profiteren van de verdere integratie van India in de wereldeconomie.
Sinha gelooft er niets van. „Er is een kleine groep die van die groei profijt heeft, maar voor de kinderen en de armen zullen we moeten blijven vechten willen ze ooit een deel van de welvaart krijgen. De kloof tussen de elite en de arme meerderheid van de bevolking is enorm groot, en van een automatische overbrugging zal geen sprake zijn.”