Van meester tot manager in 39 jaar
KRIMPEN A/D IJSSEL - Frontaal lesgeven en onderwijs op maat. Die twee uitersten is J. de Ruiter in zijn loopbaan tegen gekomen. Hij neemt vrijdag na 39 jaar in het onderwijs afscheid als directeur van de reformatorische Admiraal De Ruyterschool in Krimpen aan den IJssel.
In de Zuid-Hollandse plaats begon de van oorsprong Rotterdammer in 1967 zijn carrière. Een paar maanden lang stond hij voor de klas op de Johannes Calvijnschool. Toen kwam zijn militairedienstperiode, waarna hij in 1969 naar de Haarschool in Rijssen ging. „De hoofdonderwijzer van deze school was een echte aristocraat. Wat hij zei, gebeurde. Bij hem leerde je wat orde was.”Na zes mooie jaren keerde De Ruiter terug naar het westen. Hij werd leerkracht op de Ds. Johannes Bogermanschool in Capelle aan den IJssel. Vijf jaar later kwam de directeurspost op de Admiraal De Ruyterschool vrij, een school voor schipperskinderen. „Er zaten geen kleuters op school. Die voeren allemaal met hun ouders mee. Schipperskinderen waren pas leerplichtig in het jaar dat ze zeven werden.”
In de loop van de jaren daalde het aantal leerlingen van 105 naar 75. In 1993 besloot het ministerie van Onderwijs de scholen voor schipperskinderen op te heffen. De Krimpense school stond voor een keuze: stoppen of een reguliere basisschool worden.
Omdat in die periode de Johannes Calvijnschool het aantal leerlingen niet meer goed kon herbergen, besloot het bestuur de schippersschool om te zetten in een gewone basisschool. Dat bleek een juiste beslissing. De Admiraal De Ruyterschool maakte vanaf dat moment een sterke groei door. Op dit moment zijn er ongeveer 330 leerlingen.
Enkele jaren geleden kwam er bij de school peuterspeelzaal Het Ruytertje bij. „Die valt niet onder de directe verantwoordelijkheid van de directeur, maar wordt wel inhoudelijk aangestuurd door de adjunct-directeur.”
Behalve de eigen leerlingen heeft de onderbouw van de Admiraal De Ruyterschool ook regelmatig schipperskleuters op bezoek die niet staan ingeschreven. Schippers die in de buurt zijn, brengen hun kleuters dan een dag naar school. „Het komt voor dat een klas plotseling even 26 in plaats van 21 kinderen telt.” En ook op vrijdagmiddag, wanneer de andere kleuters vrij hebben, komt er regelmatig een groepje van acht tot tien schipperskleuters naar school.
De Ruiter heeft het werken op school in de loop van de jaren volledig zien veranderen. Niet alleen zijn eigen functie, van leerkracht tot directeur, maar vooral de invulling van de lessen. „Er wordt nu meer aandacht gegeven aan de ontwikkeling van de eigen gaven van een kind. Leerlingen die de stof snel oppakken, krijgen meer verdieping in hun werk, terwijl de kinderen die minder goed mee kunnen komen extra aandacht krijgen.”
Het feit dat het ministerie wil dat steeds minder kinderen worden doorverwezen naar speciaal onderwijs, is ook op de school van De Ruiter goed te zien. „Vroeger verwezen we gerust 8 procent van de leerlingen door. Nu is dat gemiddeld nog geen 1 procent.”
Het op maat gemaakte onderwijs vraagt van de leerkrachten wel extra inspanning. „Het is een mooie, maar erg zware baan. Een goede leerkracht redt het niet met 8,5 uur per dag. Die steekt er zeker in het eerste jaar meer tijd in.”
Wat ook veranderde, is het contact tussen de kinderen en de directeur. Kwamen kinderen en ouders vroeger nog vrij snel bij de bovenmeester, nu is het contact vrijwel altijd met de leerkracht of de interne begeleider. „Het directeurschap is vooral een managementfunctie. Ik heb ongeveer zes jaar geleden voor het laatst voor de klas gestaan.”
De Ruiter kijkt met een prettig gevoel terug op zijn jaren in het onderwijs. „Ik kan een school achterlaten die op alle punten gezond is. De vele persoonlijke contacten zal ik wel missen.”